B3.2 Dieren

Dierlijke cel
Plantaardige cel
Schimmelcel
Bacteriecel
1 / 23
next
Slide 1: Drag question
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Dierlijke cel
Plantaardige cel
Schimmelcel
Bacteriecel

Slide 1 - Drag question

Deze pup lijkt op een dalmatiër, maar zijn vader is een pitbull. Deze pup kan straks zelf ook jongen krijgen.
Behoren de pitbull en dalmatiër tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

B3.2 dieren

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
1 Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.
2 Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.
3 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 4 - Slide

Symmetrie
Als de  helften elkaars spiegelbeeld zijn

-->

Slide 5 - Slide

Drie verschillende soorten symmetrie
Niet Symmetrisch

Slide 6 - Slide


A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide


6 groepen dieren

Sponzen

Neteldieren

Weekdieren

Geleedpotigen

Stekelhuidingen

Gewervelden


Blz 162+163 in je boek!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

gebruik je boek!
leg blz 162 en 163 open om de volgende vragen te beantwoorden.

Slide 13 - Slide

Kwallen zijn ...
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet symmetrisch

Slide 14 - Quiz

Een zeester is een ...
A
Neteldier
B
Geleedpotige
C
Gewervelde
D
Stekelhuidige

Slide 15 - Quiz

Een slak heeft een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet

Slide 16 - Quiz

Een vlieg is een geleedpotige
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Sponzen zijn ...
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet symmetrisch

Slide 18 - Quiz

Welke dieren hebben meestal een huisje of schelp als skelet?
A
Neteldieren
B
Weekdieren
C
Gewervelde
D
Geleedpotige

Slide 19 - Quiz

Welke dieren hebben een pantser als skelet
A
Sponzen
B
Ringwormen
C
Geleedpotige
D
Weekdieren

Slide 20 - Quiz

Een zee-egel heeft een inwendig skelet
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Een kwal heeft geen skelet
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Aan het werk
  • Maak de opdrachten van basisstof 3.1 online - opdr 1 t/m 10 (9 niet)

Slide 23 - Slide