Hoofdstuk 11

• Mens en maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 11

Hallo allemaal!

Wat gaan we doen?

Herhalen van voor de vakantie en stage.

Nieuwe stof hoofdstuk 11.

Aan de slag met eindopdracht poster en huiswerk.

Proefwerk 21 mei!!

Herhalen

We gaan de stof van de laatste weken herhalen met quizlet.

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet je.....

Wat het verschil is tussen links en rechts in de politiek.

Wat de functies zijn van politieke partijen.

Welke stromingen er zijn en welke politieke partijen er zijn.

Welke politieke partijen kennen we?

Zijn deze links of rechts of midden?

Politieke partijen en hun functies

Politieke partij: Een verzameling mensen die hetzelfde denkt over bepaalde zaken.

Participatiefunctie: partijen proberen je te interesseren om deel te nemen aan de politiek.

Communicatiefunctie: partijen bevorderen contacten tussen kiezers en gekozenen.

Articulatiefunctie: partijen laten horen welke eisen en verlangens burgers hebben.

Stemwijzer invullen

Op welke partij zou jij moeten stemmen (volgens de stemwijzer).......?

De stromingen en partijen

Socialisme: streeft naar zo groot mogelijk gelijkheid. ( PVDA, SP)

liberalisme: stroming die streeft naar zo groot mogelijke vrijheid. (VVD, D66)

confessionalisme: stroming die uitgaat van de bijbel, christelijk. (SGP, CU, CDA.)

ecologische stroming: milieu is belangrijker dan economie. (Groenlinks, PVDD)

populistische stroming: stroming luistert naar het volk en probeert met gemakkelijk vaak niet permanente oplossingen de problemen van mensen weg te nemen. (PVV, FVD, BBB, BVNL, ja21.)

DENK; neemt het op voor migranten groep.

Bij1

Volt: pro Europa beweging. 

Links

• Voor verandering, progressief
• Actieve overheid die zich met zijn volk bezig houd.
• Economische gelijkheid.

Verkiezingsprogramma: een partij standpunten voor een regeerperiode van vier jaar. 

Je hebt ook middenpartijen. 

Rechts

• Minder of geen verandering, conservatief.
• Overheid die zich niet tot zo min mogelijk met het volk bezig houdt.
• Economische vrijheid.

Huiswerk

Je maakt 11.1, 11.2, 11.3.

Ben je klaar?

Ga lekker leren voor de toets!

Eindopdracht

Politieke poster: we maken een poster voor je eigen politieke partij.

Verder moet op de partij poster staan:

- De naam van jouw politieke partij.

- Het logo van jouw politieke partij.

- Een verkiezingsleus of slogan, waarom mensen op jouw politieke partij moeten stemmen.

- Een foto van de lijsstrekker (dit ben jij zelf).

- De naam van de lijsstrekker.