Hoofdstuk 12

Hoofdstuk 12
Hallo Allemaal!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 12
Hallo Allemaal!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Nieuwe stof.
Eindopdracht.

Toets is in de toetsweek!

Slide 2 - Slide

Lesdoelen.
Aan het einde van de les weet je.....
Wat de maatschappelijke en sociale ladder is.
Wat positie werving en toewijzing is.
Wat het kastensysteem in India is.
Wat het verschil is tussen een eerste, tweede en derde wereldland. 

Slide 3 - Slide

Arm en rijk.
Sociale gelaagdheid: Er zijn lagen te onderscheiden op sociaal gebied. En laag noem je een sociale klasse.
Maatschappelijke ladder: beroepen gelaagd naar waardering.
Wanneer je hoog op de ladder staat heb je een status.
Positiewerving: door middel van een opleiding zorg je ervoor dat je hoger op de ladder komt. Positietoewijzing

Slide 4 - Slide

Bovenlaag
kapitaalbezitters en topbestuurders van grote ondernemingen.
Ondernemers:
Eigenaren van kleine en middelgrote ondernemingen.
Professionele middenklasse:
hoog opgeleide werknemers. (hoge ambtenaren, docenten, accountants etc.)
Werknemersklasse: schilders, automonteurs, elektriciens enz.
Onderklasse: mensen met lage inkomens of uitkeringen; langdurig werklozen, lopendebandwerknemers, schoonmaakpersoneel. 

Slide 5 - Slide

In Nederland heb je de kans om sociaal hogerop te komen.
Positiewerving: door middel van een opleiding zorg je ervoor dat je hoger op de ladder komt. 
Positietoewijzing: de overheid, organisaties en de samenleving kan een positie van een beroep soms worden benadrukt of overdreven.
Van de ene klasse naar de andere gaan noem je sociale mobiliteit. Dit wordt ook wel verticale sociale mobiliteit genoemd. 

Slide 6 - Slide

In tijden van bezuiniging heb je als iemand met een lager salaris en een lager aanzien het zwaarder. 
Het kan zijn dat de lonen stijgen maar de uitkeringen niet. Dan worden zo ontkoppeld. Stijgen de uitkeringen ook dan worden ze gekoppeld

Slide 7 - Slide

Er zijn ook landen waarin je niet hogerop kan komen.
Zoals bij het kastensysteem in India. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Eerste wereldlanden: Rijke landen in Europa, Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.
Tweede wereldlanden: de landen in Oost-Europa en Oost-Azië.
Derde wereldlanden: De armste landen die vooral liggen op het Zuidelijk halfrond. 
Kansarmen: Zijn gezinnen die al generaties lang in een niet te doorbreken cirkel van grote armoede gevangen zitten. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Eindopdracht
Politieke poster: we maken een poster voor je eigen politieke partij.
Verder moet op de partij poster staan:
- De naam van jouw politieke partij.
- Het logo van jouw politieke partij.
Twee standpunten van je partij.
- Een verkiezingsleus of slogan, waarom mensen op jouw politieke partij moeten stemmen.
- Een foto van de lijsstrekker (dit ben jij zelf).
- De naam van de lijsstrekker.

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Volgende week heb je af 

Slide 14 - Slide