leçon 33_T1C

Bonjour !
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour !

Slide 1 - Slide

Le programme :
        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • Corriger le proefwerk du thème 2
  • Apprendre les verbes en -ER




leçon 33

Slide 2 - Slide

Corriger le proefwerk 
du thème 2

Slide 3 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -er
supplément page 36 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Regelmatige ww op -er
Heel veel werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden. 

Slide 6 - Slide

De stam
De stam maak je door -ER van het hele werkwoord  af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl-
danser --> dans-

Slide 7 - Slide

De uitgangen

Slide 8 - Slide

Is "Je aime" juist of fout?
A
juist
B
fout

Slide 9 - Quiz

Tu te souviens? 

Slide 10 - Slide

Qu'est-ce que c'est "on" ?
"On" betekent letterlijk "men". In spreektaal wordt het gebruikt zoals in het Nederlands "we" gebruiken.
"on" wordt vervoegd als "il" en "elle", met een -e op het eind.
EXEMPLES:
=> On joue au foot = we voetballen.
=> Aux Pays-Bas, on mange des bitterballen. = In Nederland, eten we bitterballen.

Slide 11 - Slide

Vous
  vous = jullie
    vous = u

Slide 12 - Slide

Elles
Elles gebruik je allen als je zeker weet dat je over allen maar meisjes en/of vrouwen praat (vrouwelijk meervoud). Voor mannelijk meervoud of gemengd meervoud gebruik je ils.

Slide 13 - Slide

Supplément 
pages 36-37

Faire:
    • Seul: page 36
    • Ensemble: exercice A
    • Seul et en silence (=alleen en in stilte) : exercice B

    Slide 14 - Slide

    Exercice A page 37
    Exercice A page 37
    • Stap 1: aimer > aim
    • ik houd van: j'aime
    • jij houdt van: tu aimes
    • hij houdt van: il aime
    • zij houdt van : elle aime
    • men houdt van: on aime
    • wij houden van: nous aimons
    • jullie houden van: vous aimez
    • u houdt van: vous aimez
    • zij houden van: ils aiment + elles aiment

    Slide 15 - Slide

    Exercice B page 37
    1. adore
    2. joue
    3. aimez
    4. aime
    5. regardons
    6. habitez
    7. habitons
    8. jouent
    9. cherche
    10. rentrent

    Slide 16 - Slide

    Les devoirs:
    • Apprendre: les verbes en -er (supplément pages 36-37) 

    Slide 17 - Slide