Klas 4 - week 6A

Aujourd'hui:
leesstrategie #5 & #6 (7 totaal)
- signaalwoorden
- examenidioom herhalen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Aujourd'hui:
leesstrategie #5 & #6 (7 totaal)
- signaalwoorden
- examenidioom herhalen

Slide 1 - Slide

leesstrategiën
  • voorbeelden 'begrijpen'
  • meningen scannen 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

p.165

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

p.168

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

signaalwoorden
  • functie herkennen
  • betekenis woord
  • oefenen Quizlet 

Slide 12 - Slide

dur
A
negatieve woord
B
voorbeelden
C
oorzaak
D
verklaring

Slide 13 - Quiz

dur =

Slide 14 - Open question

ensuite
A
gevolg
B
benadrukken
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 15 - Quiz

ensuite =

Slide 16 - Open question

l'avantage
A
doel
B
positief woord
C
oorzaak
D
verklaring

Slide 17 - Quiz

l'avantage =

Slide 18 - Open question

!
A
opsomming
B
vergelijking
C
negatief woord
D
benadrukken

Slide 19 - Quiz

! =

Slide 20 - Open question

pour + werkwoord
(pour gagner de l'argent)
A
doel
B
tegenstelling
C
opsomming
D
positief woord

Slide 21 - Quiz

pour + werkwoord =

Slide 22 - Open question

ainsi
A
gevolg
B
verklaring
C
voorbeeld
D
doel

Slide 23 - Quiz

ainsi =

Slide 24 - Open question

par contre
A
oorzaak
B
negatief woord
C
positief woord
D
tegenstelling

Slide 25 - Quiz

par contre =

Slide 26 - Open question

mieux
A
oorzaak
B
negatief woord
C
positief woord
D
tegenstelling

Slide 27 - Quiz

mieux =

Slide 28 - Open question

car
A
opsomming
B
verklaring
C
vergelijking
D
tegenstelling

Slide 29 - Quiz

car =

Slide 30 - Open question

moins ... que
A
opsomming
B
verklaring
C
vergelijking
D
tegenstelling

Slide 31 - Quiz

moins .... que =

Slide 32 - Open question

peu de
A
voorbeeld
B
gevolg
C
oorzaak
D
negatief woord

Slide 33 - Quiz

peu de =

Slide 34 - Open question

  • positieve woorden
  • tegenstelling
  • gevolg
  • benadrukken
  • negatieve woorden
  • doel
  • opsomming
  • voorbeelden
  • oorzaak
  • vergelijkingen
  • reden, verklaring
FUNCTIES SIGNAALWOORDEN

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link