This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
vaardigheden
> Raadpleeg H9 vaardigheden uit je handboek
(over bijv. het aflezen van meetinstrumenten!)
> Maak gebruik van BINAS
(om bijv. grootheden en eenheden op te zoeken)
> Je mag indien nodig je rekenmachine gebruiken
Slide 1 - Slide
meetinstrumenten
Je moet een aantal meetinstrumenten bij naam kennen, weten waar ze voor gebruikt worden (wat kun je er mee meten) en hoe je ze af moet lezen (ook daadwerkelijk kunnen aflezen):
- maatcilinder
- thermometer
-veerunster
-voltmeter, amperemeter en multimeter
-schuifmaat
-weegschaal / balans
-barometer
-decibelmeter etc
Als je een van de meetinstrumenten of practicummaterialen niet kent, typ deze dan even in Google afbeeldingen in!
Slide 2 - Slide
maatcilinder aflezen
1.) zorg dat je ogen op gelijke hoogte zijn
als het water in de maatcilinder
(ga op dezelfde hoogte zitten, door te hurken)
2.) lees de waterstand af op het laagste punt
(het water staat wat hol)
Slide 3 - Slide
Lees de maatcilinder in de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 4 - Open question
Lees de maatcilinder in de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 5 - Open question
Lees de maatcilinder in de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 6 - Open question
thermometer aflezen
Slide 7 - Slide
Lees de thermometer uit de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 8 - Open question
Lees de thermometer uit de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 9 - Open question
Lees de thermometer uit de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 10 - Open question
Lees de thermometer uit de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 11 - Open question
amperemeter / voltmeter aflezen
Kijk eerst in welke ingang het snoertje zit (30V, 15V of 3V). De waarden die bij de ingangen staan corresponderen met de schaalverdelingen. Stel de voltmeter zit in de 15V ingang, dan moet je bij de achterste getallen de wijzerplaat kijken welke schaal (boven, midden of onder) eindigd op 15V. Dit is de schaal waar je op moet aflezen.
Slide 12 - Slide
Lees de ampèremeter uit de afbeelding hiernaast af (je kunt zoomen). Noteer de meetwaarde (geen eenheid noteren). NIET AFRONDEN
Slide 13 - Open question
Lees de ampèremeter uit de afbeelding hiernaast af (je kunt zoomen). Noteer de meetwaarde (geen eenheid noteren). Rond indien nodig af op 2 decimalen. Maak gebruik van een komma.
Slide 14 - Open question
Lees de voltmeter uit de afbeelding hiernaast af (je kunt zoomen). Noteer de meetwaarde (geen eenheid noteren). Rond indien nodig af op 2 decimalen. Maak gebruik van een komma.
Slide 15 - Open question
Lees de voltmeter uit de afbeelding hiernaast af (je kunt zoomen). Noteer de meetwaarde (geen eenheid noteren). Rond indien nodig af op 2 decimalen. Maak gebruik van een komma.
Slide 16 - Open question
schuifmaat aflezen
Slide 17 - Slide
Bij het aflezen van een schuifmaat moet je eerst kijken naar hoeveel hele millimeters de schuifmaat aan geeft. De onderste schuifbare balk bevat een 0, deze 0 wijst net voorbij de 15mm, maar haalt de 16mm niet (zie stippen bij de pijl die van boven naar benedenwijst). je hebt dus te maken met 15,.....mm. vervolgens zoek je op de onderste schuifbare balk na de 0 het eerste getal waarbij de streepjes precies lijnrecht tegen over elkaar liggen (zie stip bij de pijl die van onder naar boven wijst), dit is bij 5,5. je hebt dus te maken met 15,55mm
Slide 18 - Slide
Bekijk de afbeelding van de schuifmaat hiernaast (je kunt zoomen). Hoeveel cm geeft de schuifmaat weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op 2 decimalen. Gebruik een komma.
Slide 19 - Open question
Bekijk de afbeelding van de schuifmaat hiernaast (je kunt zoomen). Hoeveel cm geeft de schuifmaat weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op 2 decimalen. Gebruik een komma.
Slide 20 - Open question
Bekijk de afbeelding van de schuifmaat hiernaast (je kunt zoomen). Hoeveel cm geeft de schuifmaat weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op 1 decimaal. Gebruik een komma.
Slide 21 - Open question
veerunster aflezen
Het (rode) wijzertje geeft de juiste waarde aan.
Slide 22 - Slide
Bekijk de afbeelding van de veerunster hiernaast (je kunt zoomen). Welke waarde geeft de veerunster weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op een heel getal