This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
vaardigheden
> Raadpleeg H vaardigheden uit je handboek
(over bijv. het aflezen van meetinstrumenten!)
> Maak gebruik van BINAS
(om bijv. grootheden en eenheden op te zoeken)
> Je mag indien nodig je rekenmachine gebruiken
Slide 1 - Slide
Meetinstrumenten
aflezen
Slide 2 - Slide
maatcilinder aflezen
1.) zorg dat je ogen op gelijke hoogte zijn
als het water in de maatcilinder
2.) lees de waterstand af op het laagste punt
(het water staat wat hol)
Slide 3 - Slide
Lees de maatcilinder in de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 4 - Open question
Lees de maatcilinder in de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 5 - Open question
Lees de maatcilinder in de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 6 - Open question
thermometer aflezen
Slide 7 - Slide
Lees de thermometer uit de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 8 - Open question
Lees de thermometer uit de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 9 - Open question
Lees de thermometer uit de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 10 - Open question
Lees de thermometer uit de afbeelding hiernaast af (je kunt inzoomen). Rond je antwoord indien nodig af op hele getallen. (Noteer alleen de meetwaarde. Geen eenheid noteren).
Slide 11 - Open question
amperemeter / voltmeter aflezen
Slide 12 - Slide
Lees de ampèremeter uit de afbeelding hiernaast af (je kunt zoomen). Noteer de meetwaarde (geen eenheid noteren). NIET AFRONDEN
Slide 13 - Open question
Lees de ampèremeter uit de afbeelding hiernaast af (je kunt zoomen). Noteer de meetwaarde (geen eenheid noteren). Rond indien nodig af op 2 decimalen. Maak gebruik van een komma.
Slide 14 - Open question
Lees de voltmeter uit de afbeelding hiernaast af (je kunt zoomen). Noteer de meetwaarde (geen eenheid noteren). Rond indien nodig af op 2 decimalen. Maak gebruik van een komma.
Slide 15 - Open question
Lees de voltmeter uit de afbeelding hiernaast af (je kunt zoomen). Noteer de meetwaarde (geen eenheid noteren). Rond indien nodig af op 2 decimalen. Maak gebruik van een komma.
Slide 16 - Open question
schuifmaat aflezen
Slide 17 - Slide
Bekijk de afbeelding van de schuifmaat hiernaast (je kunt zoomen). Hoeveel cm geeft de schuifmaat weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op 2 decimalen. Gebruik een komma.
Slide 18 - Open question
Bekijk de afbeelding van de schuifmaat hiernaast (je kunt zoomen). Hoeveel cm geeft de schuifmaat weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op 2 decimalen. Gebruik een komma.
Slide 19 - Open question
Bekijk de afbeelding van de schuifmaat hiernaast (je kunt zoomen). Hoeveel cm geeft de schuifmaat weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op 1 decimaal. Gebruik een komma.
Slide 20 - Open question
veerunster aflezen
Slide 21 - Slide
Bekijk de afbeelding van de veerunster hiernaast (je kunt zoomen). Welke waarde geeft de veerunster weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op een heel getal
Slide 22 - Open question
Bekijk de afbeelding van de veerunster hiernaast (je kunt zoomen). Welke waarde geeft de veerunster weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op hele getallen.
Slide 23 - Open question
Bekijk de afbeelding van de veerunster hiernaast (je kunt zoomen). Welke waarde geeft de veerunster weer? Noteer alleen de meetwaarde, niet de eenheid. Rond af op 1 decimaal. Gebruik een komma.
Slide 24 - Open question
Druk meten doe je met een.....?
A
Pascalmeter
B
Barometer
C
Hydrometer
D
Geen van deze
Slide 25 - Quiz
De dichtheid van een vloeistof meten doe je met een.....?