This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Middeleeuwen en start periode 2
Slide 1 - Slide
Welkom bij periode 2!
Slide 2 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
PTA + studiewijzer doornemen
Middeleeuwen
Mariken van Nieumeghen lezen (onderdeel van SE2)
Slide 3 - Slide
De Middeleeuwen waren van
A
1000-1500 na Chr.
B
500 v Chr- 500 na Chr.
C
900-1980
D
500-1500
Slide 4 - Quiz
God stond centraal in de Middeleeuwen, dat noem je
A
epische concentratie
B
Egocentrisch
C
theocentrisch
Slide 5 - Quiz
De vier hoofdgenres van de Middeleeuwen zijn: Ridderromans, Liederen, Geestelijke verhalen en
A
Karelromans
B
Dierverhalen
C
Arthurromans
D
Hoofse lyriek
Slide 6 - Quiz
Het verklaringsmodel van de Middeleeuwen was gebaseerd op
A
de Bijbel
B
filosofie
C
mythologie
D
wetenschap
Slide 7 - Quiz
Gebruik van kleuren, getallen en beelden om een diepere betekenis aan te duiden, noem je
A
rethoriek
B
artistiek
C
symboliek
D
artisjok
Slide 8 - Quiz
De rederijkerskamer schreven teksten, met als doel
A
opiniëren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen
Slide 9 - Quiz
Wat wordt bedoeld met het feodale stelsel?
A
leenstelsel gebaseerd op bestuurssysteem
B
leenstelsel gebaseerd op samenlevingssysteem
C
leenstelsel gebaseerd op macht
D
leenstelsel gebaseerd op deze 3 gebieden
Slide 10 - Quiz
Wat is hoofsheid?
A
omgangsvorm in de middeleeuwen
B
standensysteem in de middeleeuwen
C
een bepaald geloof
Slide 11 - Quiz
In welke eeuw kwam de burgerij op?
A
8e
B
10e
C
12e
D
20e
Slide 12 - Quiz
De middeleeuwen: begrippen
500-1500
adel
800 Karel de Grote
christendom
officiële taal Latijn
Slide 13 - Slide
De middeleeuwen: omvang
Geen sprake van "de Nederlanden".
Hertogdommen, graafschappen en bisdommen -->
Frankische, Duitse en Bourgondische rijk
Slide 14 - Slide
Het feodale stelsel
Vorst is de leenheer
Edelen zijn de leenmannen of vazallen
Slide 15 - Slide
Middeleeuwen grofweg drie standen:
de geestelijkheid
de adel
de boeren
pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)
Slide 16 - Slide
Het katholicisme in de middeleeuwen
Verbreidt zich vanaf 690
De geestelijkheid is de eerste/hoogste in de middeleeuwse standenmaatschappij.
Slide 17 - Slide
literaire achtergrond in de middeleeuwen
Slide 18 - Slide
De taal
Latijn: taal van de kerk en de geleerden
Geen spreektaal
Volkstaal rond 1100. Onze volkstaal heet "Diets" en klonk ongeveer zo.
diets
Slide 19 - Slide
Middeleeuwse literatuur
De verhalen waren niet bedoeld om te lezen, maar om te beluisteren.
Rondreizende troubadours of minstrelen vertelden de verhalen.
Vaak uit het hoofd en op rijm (Waarom?)
1450: de boekdrukkunst wordt uitgevonden
Daarvoor: monnikenwerk!
Slide 20 - Slide
Anonieme schrijvers
Naam van de schrijver: niet van belang.
Vaak geen originele verhalen, maar vertalingen en/of bewerkingen van bestaande legendes (volksverhalen).
Doel: vermaken en doceren
Slide 21 - Slide
Hoofsheid
Belangrijk ideaal
Verspreid via de literatuur
Je behandelt anderen respectvol, laat iedereen in zijn waarde en beheerst je driften.
Hoofse liefde: waarbij een ridder hartstochtelijk verliefd is op een onbereikbare vrouw.
Slide 22 - Slide
literaire genres
ridderromans
dierenepiek
geestelijke letterkunde
liederen
toneel
leerdichten
Slide 23 - Slide
Karel de Grote
De bekendste Nederlandse
ridderroman is Karel ende
Elegast. Deze roman is
oorspronkelijk Nederlands.
Ook het Roelandslied is
populair.
Slide 24 - Slide
Karel de Grote
Verhalen over Karel de Grote waren heel populair. Aan Karel de Grote worden allerlei historische gebeurtenissen toegeschreven die hij zelf niet kan hebben beleefd. We noemen dit epische concentratie of epische verdichting. Karel groeide op deze manier uit tot een modelvorst.
Slide 25 - Slide
Arthurromans
Keltische en Britse romans.
Koning Arthur.
Niet gebaseerd op historische feiten.
Geen oorlog maar queeste.
Bijvoorbeeld naar de heilige graal.
Ter ere van een geliefde maar vaak
onbereikbare vrouw.
Britten tegen Angelsaksen.
Slide 26 - Slide
Dierenepiek: kort verhaal met moraal
De dierenepiek is het genre van middeleeuwse dierenverhalen in de vorm van een epos (heldendicht)
De dieren in deze verhalen gedragen zich als mensen.
Vaak is er sprake van satire: menselijke maatschappij wordt belachelijk gemaakt, zoals in Van den Vos Reynaerde.
Slide 27 - Slide
Het toneel in de middeleeuwen
Pas vanaf de veertiende eeuw
van geestelijk naar wereldlijk toneel
van kerk, naar kerksplein naar marktplein
van geestelijken en misdienaren naar burgers en vervolgens naar echte acteurs
van godsdienstige onderwerpen naar allerlei verschillende
Slide 28 - Slide
Het geestelijk toneel
mysteriespelen gaan over gebeurtenissen uit de bijbel, zoals de zeven "bliscappen" van Maria
mirakelspelen gaan over een wonder door tussenkomst van Maria of een andere heilige, zoals "Mariken van Nieumeghen"
moraliteiten bevatten een levensles. Er doen geen echte personen aan mee, maar symbolische figuren (Elckerlijc)
Slide 29 - Slide
Mariken van Nieumeghen
Klassikaal lezen
Slide 30 - Slide
Inspiratie opgedaan?
SE2: informatieve presentatie over de middeleeuwen