Slikken, snuiven, injecteren, inhaleren, via huid, via oog,...
• Verdovende middelen: alcohol, slaapmiddelen, heroïne,..
• Stimulerende middelen: cafeïne (koffie en energiedrankjes), nicotine, cocaïne, xtc en amfetamine (speed)
• Hallucinerende middelen: paddo’s, cannabis en LSD, maar ook snuifmiddelen zoals ether en aceton.