Doelen 1 t/m 7

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Getallen

1) Je leert hoe de plaats van elk cijfer in een getal de waarde aangeeft.

2) Je leert hoe je met een getallenlijn werkt.

3) Je leert hoe je getallen met elkaar vergelijkt.

4) Je leert hoe je berekeningen in de juiste volgorde uitvoert.

5) Je leert wat de begrippen breuk, teller en noemer betekenen.

6) Je leert hoe je aangeeft welk deel van een figuur gekleurd is.

7) Je leert hoe je een aangegeven deel van een figuur kunt kleuren.

_______________________________________________________________________

8) Je leert wat een decimaal getal is.

9) Je leert hoe je een breuk als decimaal getal schrijft.

10) Je leert hoe je afrondt op gehele getallen.

11) Je leert hoe je afrondt één decimaal.

12) Je leert hoe je afrondt twee decimalen.

Doelen van dit hoofdstuk: 

Welke waarde heeft het cijfer 6 in het getal 6032

1. 6
2. 60
3. 600
4. 6000

Welke waarde heeft het cijfer 3 in het getal 6032

1. 3
2. 30
3. 300
4. 3000

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 6032

1. 2
2. 20
3. 200
4. 2000

Welke waarde heeft het cijfer 1 in het getal 1023678

1. 1
2. 1000
3. 100000
4. 1000000

Welke waarde heeft het cijfer 3 in het getal 1023678

1. 3
2. 300
3. 3000
4. 30000

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 1023678

1. 2
2. 200
3. 2000
4. 20000

Zet de getallen in volgorde van klein naar groot.

35

305

350

3005

1

3

4

2

Wat moet je als eerste uitrekenen?
3 x 4 + 2 =

1. 4 + 2
2. 3 x 4

Wat moet je als eerste uitrekenen?
3 + 4 x 2 =

1. 3 + 4
2. 4 x 2

Wat moet je als eerste uitrekenen?
3 x (4 + 2) =

1. 4 + 2
2. 3 x 4

Wat moet je als eerste uitrekenen?
(3 + 4) x 2 =

1. 3 + 4
2. 4 x 2

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : 2 + 3 =

1. 10 : 2
2. 2 + 3

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : (2 +3) =

1. 10 : 2
2. 2 + 3

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : 5 x 2

1. 10 : 5
2. 5 x 2

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 - 5 + 2

1. 10 - 5
2. 5 + 2

BREUKEN

Breuken

Breuken

1/2 deel

3/8 deel

5/6 deel

1/4 deel

Welke breuk is dit?

1. 1/5
2. 5/1
3. 1/6
4. 6/1

Welke breuk is dit?

1. 7/10
2. 3/9
3. 6/9
4. 10/7

Welke breuk is dit?

1. 2/5
2. 2/6
3. 3/5
4. 1/5

welke breuk?

1. ​1​​3​​
2. ​3​​3​​
3. ​4​​1​​
4. ​3​​1​​

Hoe noem je deze breuk?

1. kwart
2. half
3. driekwart
4. hele

• Ga aan de slag met je doelen.
• Op eigen tempo aan het werk 
• Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
• Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
• Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!

1) Je leert hoe de plaats van elk cijfer in een getal de waarde aangeeft.

2) Je leert hoe je met een getallenlijn werkt.

3) Je leert hoe je getallen met elkaar vergelijkt.

4) Je leert hoe je berekeningen in de juiste volgorde uitvoert.

5) Je leert wat de begrippen breuk, teller en noemer betekenen.

6) Je leert hoe je aangeeft welk deel van een figuur gekleurd is.

7) Je leert hoe je een aangegeven deel van een figuur kunt kleuren.

8) Je leert wat een decimaal getal is.

9) Je leert hoe je een breuk als decimaal getal schrijft.

10) Je leert hoe je afrondt op gehele getallen.

11) Je leert hoe je afrondt één decimaal.

12) Je leert hoe je afrondt twee decimalen.