Doelen 8 t/m 12

Getallen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Getallen

Slide 1 - Slide

1) Je leert hoe de plaats van elk cijfer in een getal de waarde aangeeft.
2) Je leert hoe je met een getallenlijn werkt.
3) Je leert hoe je getallen met elkaar vergelijkt.
4) Je leert hoe je berekeningen in de juiste volgorde uitvoert.
5) Je leert wat de begrippen breuk, teller en noemer betekenen.
6) Je leert hoe je aangeeft welk deel van een figuur gekleurd is.
7) Je leert hoe je een aangegeven deel van een figuur kunt kleuren.
_______________________________________________________________________
8) Je leert wat een decimaal getal is.
9) Je leert hoe je een breuk als decimaal getal schrijft.
10) Je leert hoe je afrondt op gehele getallen.
11) Je leert hoe je afrondt één decimaal.
12) Je leert hoe je afrondt twee decimalen.
Doelen van dit hoofdstuk: 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 102678
A
2
B
200
C
2000
D
20000

Slide 4 - Quiz

Schrijf in woorden hoe je het volgende getal uitspreekt:
1023025

Slide 5 - Open question

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : 5 x 2
A
10 : 5
B
5 x 2

Slide 6 - Quiz

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 - 5 + 2
A
10 - 5
B
5 + 2

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe spreek je het volgende getal uit?
4,3

Slide 10 - Open question

Hoe spreek je het volgende getal uit?
3,46

Slide 11 - Open question

Welke van de volgende getallen is een breuk?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Welke getal ligt er tussen 4,5 en 4,6
A
4,50
B
4,45
C
4,55
D
4,65

Slide 13 - Quiz

Zet de getallen van klein naar groot.
0,7
0,69
0,71
0,608
0,712
1
2
3
4
5

Slide 14 - Drag question

Hoeveel decimale heeft het getal?
2
3
4
3,4
2,333
1,5590
0,20

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Schrijf in decimale getallen
 1
10
A
1,0
B
0,1
C
10/1
D
0,10

Slide 17 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
  1
100
A
100,00
B
0,100
C
0,001
D
0,01

Slide 18 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
    1
1000
A
100,00
B
0,100
C
0,001
D
0,01

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Hoe moet ik afronden?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Rond af op 1 decimaal:
3,45

Slide 23 - Open question

Rond af op 1 decimaal:
0,34

Slide 24 - Open question

Rond af op 1 decimaal:
0,345

Slide 25 - Open question

Rond af op 2 decimalen:
0,345

Slide 26 - Open question

Rond af op 2 decimalen:
0,598

Slide 27 - Open question

Rond af op 3 decimalen:
1,2333333

Slide 28 - Open question

Rond af op 3 decimalen:
6,78940

Slide 29 - Open question

Rond af op 3 decimalen:
12,239876

Slide 30 - Open question





  • Ga aan de slag met je doelen.
  • Op eigen tempo aan het werk 
  • Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
  • Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
  • Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!





1) Je leert hoe de plaats van elk cijfer in een getal de waarde aangeeft.
2) Je leert hoe je met een getallenlijn werkt.
3) Je leert hoe je getallen met elkaar vergelijkt.
4) Je leert hoe je berekeningen in de juiste volgorde uitvoert.
5) Je leert wat de begrippen breuk, teller en noemer betekenen.
6) Je leert hoe je aangeeft welk deel van een figuur gekleurd is.
7) Je leert hoe je een aangegeven deel van een figuur kunt kleuren.
8) Je leert wat een decimaal getal is.
9) Je leert hoe je een breuk als decimaal getal schrijft.
10) Je leert hoe je afrondt op gehele getallen.
11) Je leert hoe je afrondt één decimaal.
12) Je leert hoe je afrondt twee decimalen.

Slide 31 - Slide