m4 - signaalwoorden en tekstverbanden

Vandaag leer je:


- signaalwoorden en  tekstverbanden te benoemen en voorbeelden hiervan te geven;
- het verschil tussen een oorzaak en een reden;
-signaalwoorden bij het juiste tekstverband te plaatsen;
- tekstverbanden in een tekst te herkennen;
- zelf teksten schrijven met signaalwoorden. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag leer je:


- signaalwoorden en  tekstverbanden te benoemen en voorbeelden hiervan te geven;
- het verschil tussen een oorzaak en een reden;
-signaalwoorden bij het juiste tekstverband te plaatsen;
- tekstverbanden in een tekst te herkennen;
- zelf teksten schrijven met signaalwoorden. 

Slide 1 - Slide

Welke tekstverbanden ken je?

Slide 2 - Open question


Wat is géén functie van signaalwoorden
in een tekst?
A
Signaalwoorden helpen de lezer.
B
Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
C
Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
D
Signaalwoorden geven het onderwerp aan in een tekst.

Slide 3 - Quiz

Van welk verband is sprake in deze zin:
Om een voldoende te halen, moet je veel oefenen.
A
voorbeeld
B
middel-doel
C
voorwaarde
D
conclusie

Slide 4 - Quiz

Van welk verband is sprake in deze zin: De straat is nat, doordat het heeft geregend.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
oorzaak-gevolg

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen een
'oorzaak' en een 'reden'?

Slide 6 - Open question

Van welk verband is sprake in deze zin:
Veel scholieren slaan het ontbijt over, omdat het te veel tijd kost.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
oorzaak-gevolg

Slide 7 - Quiz

Wat zijn signaalwoorden van conclusie?
A
ten eerste, bovendien
B
dus, kortom
C
maar, echter
D
zoals, zo

Slide 8 - Quiz

Tekstverbanden en signaalwoorden
oorzaak-gevolg
middel-doel
reden
tegen-stelling
voorbeeld
doordat
want
Zo
waarmee
namelijk
echter
zodat
om te...
bijvoorbeeld

Slide 9 - Drag question

Zelf teksten schrijven

Schrijf een korte tekst met als onderwerp: 


Gebruik daarin signaalwoorden om
dit tekstverband duidelijk te maken: 

Slide 10 - Slide

Lees de tekst van een klasgenoot


Welke tekstverband(en) herken je? 
Welke signaalwoorden zijn daarvoor gebruikt?
- Kan de tekst nog duidelijker worden door signaalwoorden toe te voegen?

Schrijf samen één tekst, waarin beide tekstverbanden van jullie terugkomen. Probeer deze tekstverbanden zo vaak mogelijk terug te laten komen. Voeg ook één nieuw tekstverband aan jullie tekst toe. 

Slide 11 - Slide

Vandaag heb je geleerd:


- signaalwoorden en  tekstverbanden te benoemen en voorbeelden hiervan te geven;
- het verschil tussen een oorzaak en een reden te herkennen;
-signaalwoorden bij het juiste tekstverband te plaatsen;
- tekstverbanden in een tekst te herkennen;
- zelf teksten te schrijven met signaalwoorden.

Slide 12 - Slide

Signaalwoorden geven verbanden aan tussen ....
A
teksten
B
woorden
C
woorden, zinnen
D
woorden, zinnen, alinea's

Slide 13 - Quiz

Maar, toch, hoewel, daarentegen: deze signaalwoorden geven het volgende verband aan:
A
reden
B
opsomming
C
dit zijn geen signaalwoorden
D
tegenstelling

Slide 14 - Quiz

Van welk verband is sprake in deze zin:
Als iedereen gevaccineerd is, zal het festival volgend jaar weer doorgaan.
A
voorbeeld
B
middel-doel
C
voorwaarde
D
conclusie

Slide 15 - Quiz

conclusie
reden
oorzaak
kortom
dus
concluderend
namelijk
want
omdat
doordat
daardoor
als gevolg van

Slide 16 - Drag question

Ik heb de lesdoelen behaald.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Maken - h2 Lezen
Opdr. 1, 2 en 4

Slide 18 - Slide

Kwartet spelen
10 minuten! Zie regels op het bord. 

Slide 19 - Slide