De maan draait in ongeveer 28 dagen om de aarde. Als het bij ons donker is, zien we vaak de maan. Maar de maan staat net zo vaak overdag aan de hemel, maar ze valt dan minder goed op.
Je spreekt van een volle maan als de maan met de volledig verlichte kant naar ons toe staat. Zie je de helft van de maan, dan spreek je van een halve maan. Bij een wassende maan is de maan in het eerste kwartier: de maansikkel wordt steeds groter.
Na de volle maan is de maan in het laatste kwartier en wordt de maan steeds kleiner; je spreekt van afnemende maan.
Wordt de maan van achteren belicht dan zie je de maan niet; je spreekt dan van nieuwe maan.