3H - Oefentoets

Zoek je plek.        
Pak je
spullen
Lees in je 
leesboek
Deze les:
- Lezen
- Planning bekijken

Wat zijn de belangrijke dingen van elke paragraaf?

Oefentoets
Oefentoets bespreken



5 min
2 min 

5 min


15 min 10 min







1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Zoek je plek.        
Pak je
spullen
Lees in je 
leesboek
Deze les:
- Lezen
- Planning bekijken

Wat zijn de belangrijke dingen van elke paragraaf?

Oefentoets
Oefentoets bespreken



5 min
2 min 

5 min


15 min 10 min







Slide 1 - Slide

Lezen
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Planning
week
woensdag
vrijdag
45
Start 4.4
Afmaken 4.4
46
Samenvatting en
PO voorbereiding
-
47
PO deel 1 (22 nov)
- In tweetallen
PO deel 2  (24 nov)
- Individueel
48
Oefentoets 
Toets (1 december)

Slide 3 - Slide

4.1
v=ts
vts
(s,t)-diagram: een diagram van de afgelegde afstand. Uit de helling kan je de snelheid afleiden.

(v,t)-diagram: een diagram van de snelheid. Uit het oppervlakte onder de grafiek kan je de afgelegde afstand afleiden.

Bij een constante snelheid is de resulterende kracht nul: de meewerkende en tegenwerkende krachten zijn aan elkaar gelijk.

Slide 4 - Slide

4.2
FsW
Arbeid is de energie die nodig is om een kracht uit te oefenen over een bepaalde afstand.

Een kracht in de richting van de beweging levert positieve arbeid.

Een kracht tegen de richting van de beweging in levert negatieve arbeid.

W=Fs

Slide 5 - Slide

4.3
Je kent de betekenis van de begrippen reactietijd, reactieafstand, stopafstand en remweg.

Je kent de betekenis van de begrippen botskracht en stopkracht.

Je kunt veiligheidsmaatregelen noemen om de botskracht en stopkracht te verkleinen.

Slide 6 - Slide

4.4
stoot=Ft
Ft=mv
Ftstoot
De combinatie van de kracht en de tijd waarin je die kracht uitoefent heet in de natuurkunde de stoot.

Stoot zorgt voor een snelheidsverandering. Je krijgt een zo groot mogelijke snelheidsverandering (v) met een;
1. zo groot mogelijke kracht (F)
2. een kracht die een zo lang mogelijke tijd (t) werkt.
3. een zo klein mogelijke massa (m)
stoot=Ft
mvstoot

Slide 7 - Slide

Oefentoets
Op tafel:




timer
20:00

Slide 8 - Slide

Juist of onjuist
1 - onjuist
2- juist
3 - juist
4 - onjuist
1p per juist antwoord

Slide 9 - Slide

Diagrammen
5a - constante snelheid
5b - constante snelheid
5c - vertraging
1p per juist antwoord

Slide 10 - Slide

Reken om
6:   18 x 3,6 = 64,8 km/h
7:    18 / 3,6 = 5 m/s
1p per juist antwoord

Slide 11 - Slide

De wandelaar
8: tussen 2 en 6 seconden
     tussen 8 en 10 seconden
     tussen 14 en 18 seconden
1p

Slide 12 - Slide

De wandelaar
9: 

10: de wandelaar loopt terug/achteruit
v=ts=126=0,5sm
1p voor formule
1p voor antwoord en eenheid
1p

Slide 13 - Slide

Noodstop
11: slecht opletten
       vermoeid zijn
       slecht zicht
       alcohol
4 goed = 2p
3 goed = 1p

Slide 14 - Slide

Noodstop
12: 

13: Een fietser is lichter dan een auto.
14: 
s=21vt=2151=2,5m
stoot=Fs=71=7Ns
1p voor formule
1p voor antwoord en eenheid
1p voor formule
1p voor antwoord en eenheid
2p
cijfer=21score9+1

Slide 15 - Slide

Volgende keer:
Meenemen:
Bestuderen: 
4.1
4.2
4.3
4.4

Slide 16 - Slide