Vervoeg de werkwoorden tussen haakjes: 1) Mis amigas (perder) la maleta. 2) Yo (querer) un café con leche. 3) ¿Tú (pensar) hacer un curso de surf? 4) Nosotras no (querer) ir a la playa.
Slide 10 - Open question
Socorro tengo un problema!
Slide 11 - Slide
Wat is het probleem van Sara? Wat is het probleem van Julián?
Slide 12 - Open question
Schrijf in twee, drie zinnen waar gaat deze tekst over.
Slide 13 - Open question
Schrijf vier nieuwe woorden uit de tekst
Slide 14 - Mind map
Deberes lunes 11 de enero
Repasar gramática Bron I: aanwijzend voornaamwoorden.