4.7 De indirecte vraag

4.7 De indirecte vraag
1 / 13
next
Slide 1: Slide
LatijnSecundair onderwijs

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4.7 De indirecte vraag

Slide 1 - Slide

Caesar litteras scripsit.
Wat is het lv van de zin?

Slide 2 - Open question

Welke vorm heeft dat lv?
(3 letters)

Slide 3 - Open question

Caesar se filiae iratum esse scripsit.
Uit hoeveel woorden bestaat het lv?
A
1
B
4
C
3
D
5

Slide 4 - Quiz

Caesar se filiae iratum esse scripsit.
Wat is de vorm van het lv? (6 letters)

Slide 5 - Open question

Caesar se filiae iratum esse scripsit.
Vertaal de infzin.

Slide 6 - Open question

Caesar scripsit qua de causa filiam poena adfecisset.
Wat is het lv van scripsit?
A
qua de causa
B
qua adfecisset
C
filiam
D
qua de causa filiam poena adfecisset

Slide 7 - Quiz

Caesar scripsit qua de causa filiam poena adfecisset.
Welke woordsoort is qua? (2+3 letters)

Slide 8 - Open question

Caesar scripsit qua de causa filiam poena adfecisset.
Hoe vertaal je qua hier?
A
welke
B
wat
C
wie
D
die

Slide 9 - Quiz

Nederlandse
vraagwoorden

Slide 10 - Mind map

Caesar scripsit qua de causa filiam poena adfecisset.
Welke wijs is adfecisset?
A
indicatief
B
conjunctief
C
infinitief
D
participium

Slide 11 - Quiz

De indirecte vraag
  • VORM: vraagwoord + conjunctief
  • VERTALING: niets speciaals
  • FUNCTIE: o of lv

Slide 12 - Slide

Noem de drie vormen voor het lv die je nu kent.

Slide 13 - Open question