klas 2 BL week 37 Taalverrijking

klas 2 BL week 37 Taalverrijking
WELKOM
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

klas 2 BL week 37 Taalverrijking
WELKOM

Slide 1 - Slide

De les van vandaag 
  • gedicht van de dag
  • leerdoelen
  • uitleg met vragen
  • opdrachten maken
  • in stilte lezen 

Slide 2 - Slide

Gedicht van de dag

Slide 3 - Slide

Taalverrijking
Bij het onderdeel taalverrijking leer je nieuwe woorden / begrippen die we in het Nederlands vaak gebruiken 



Slide 4 - Slide

leerdoelen
Aan het eind van deze les:  
  • Weet je wat de woorden synoniem, homoniem en homofoon betekenen.
  • Kun je synoniemen, homoniemen en homofonen in teksten herkennen

Slide 5 - Slide

Wat is een synoniem?

Slide 6 - Mind map

Synoniemen
Weet jij wat het verschil is tussen 'kijken' en 'zien'? Of tussen 'man' en 'meneer'? Nee? Dat is niet zo gek. Dit zijn namelijk synoniemen.

 Synoniemen zijn woorden die 
ongeveer hetzelfde betekenen, 
maar er anders uitzien.

Slide 7 - Slide

Wat is een homoniem?

Slide 8 - Mind map

Homoniemen
Er zijn ook homoniemen. Dit zijn woorden die meer dan één betekenis hebben, zoals 'spinnen': 

Er hangen twee spinnen bij het raam 
waar de kat ligt te spinnen.

Hetzelfde woord, maar een andere betekenis

Slide 9 - Slide

Wat is een homofoon?

Slide 10 - Mind map

Homofonen
Tot slot zijn er ook nog homofonen. Deze woorden klinken hetzelfde, maar je schrijft ze anders en ze betekenen iets anders. 

Bijvoorbeeld 'eis' en 'ijs': Ik eis ijs. 
Je hoort twee keer hetzelfde, 
maar het is een goede zin.

Slide 11 - Slide

Lastig hè
Wat heb je opgeschreven ?

  • Synoniemen
  • Homoniemen
  • Homofonen

Je gaat er in deze paragraaf mee oefenen.

Slide 12 - Slide

Maken
Hoofdstuk 7 Taalverrijking 

7.        inleiding
7.1       Synoniemen, homoniemen, homofonen


Ben je klaar, pak je leesboek en ga in stilte lezen

Slide 13 - Slide

leerdoelen
  • Weet je wat de woorden synoniem, homoniem en homofoon betekenen.
  • Kun je synoniemen, homoniemen en homofonen in teksten herkennen

Slide 14 - Slide

Hoe was de les?

Slide 15 - Slide