les 8 - cursus 7 Spelling - §9 pvvt van sterke werkwoorden

les 8 - cursus 7 Spelling - §9 pvvt van sterke werkwoorden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

les 8 - cursus 7 Spelling - §9 pvvt van sterke werkwoorden

Slide 1 - Slide

Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
timer
10:00
Wat ga we doen vandaag?
  • 10 min lezen
  • Wat weet je nog?
  • Nakijken opgaven §8
  •  Uitleg pvvt sterke werkwoorden
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Sterke of zwakke werkwoorden
Werk in tweetallen. Verzin ieder drie werkwoorden in de PVTT - 1 sterk werkwoord en  1 zwak werkwoord waar +te en 1 met + de. Bekijk de antwoorden van elkaar na.
Voorbeeld:
  • zingen
  • zong
  • vissen
  • viste


timer
2:30
  • wandel
  • wandelde

Slide 3 - Slide

Nakijken opdrachten §8

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn
  • Je kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden  in de verleden tijd spellen
  • Je kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen

Slide 5 - Slide

Waarom spelling?

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm - Verleden tijd (PVTT)

Slide 7 - Slide

PVVT van sterke werkwoorden
Wat is een sterk werkwoord ook alweer?
De klank verandert wel in de verleden tijd. 
Loop ->liep. 
Win -> won.

Slide 8 - Slide

PVVT van sterke werkwoorden
Wat is een sterk werkwoord ook alweer?
> De klank verandert wel in de verleden tijd. Loop, liep. Win, won.
Hoe schrijf je de PVVT van sterke werkwoorden?
> Schrijf het altijd zo kort en eenvoudig mogelijk (staken, i.p.v. staaken)

Slide 9 - Slide

PVVT van sterke werkwoorden
Wat is een sterk werkwoord ook alweer?
> De klank verandert wel in de verleden tijd. Loop, liep. Win, won.
Hoe schrijf je de PVVT van sterke werkwoorden?
> Schrijf het altijd zo kort en eenvoudig mogelijk;
> Luister naar het meervoud om te weten of het enkelvoud op een -d of -t eindigt (verbond, want: verbonden)

Slide 10 - Slide

PVVT van sterke werkwoorden
Hoe schrijf je de PVVT van sterke werkwoorden?
> Schrijf het altijd zo kort en eenvoudig mogelijk
> Luister naar het meervoud om te weten of het enkelvoud op een -d of -t eindigt
> Gebruik alleen twee dezelfde (mede)klinkers indien nodig voor de uitspraak (glommen)

Slide 11 - Slide

Hoe schrijf je de PVVT van sterke werkwoorden?
> Schrijf het altijd zo kort en eenvoudig mogelijk;
> Luister naar het MV om te weten of het EV op een -d of -t eindigt;
> Gebruik alleen twee dezelfde (mede)klinkers indien nodig voor de uitspraak.

Slide 12 - Slide

Een aantal voorbeelden:


Bieden -> bood, boden
Smelten -> smolt(en)
Verbinden -> verbond(en)
Kijken -> keek, keken
Glimmen -> glommen

Slide 13 - Slide

Zelf oefenen
Cursus 7 - Spelling § 8 persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden en §9  persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
Wat: Maak   opdr. 5 en 7 p. 255 en opdr. 1 t/m 3 p. 256-257 
Hoe:  Zelfstandig in je schrift
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 10 min.
Uitkomst: Geoefend met pvvt van zwakke en sterke werkwoorden
Klaar?
Lezen in je leesboek of ander huiswerk
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn
Ja/nee?

  • Je kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden  in de verleden tijd spellen
Ja/nee?

Slide 15 - Slide

Tot strakjes bij het tweede uur!


Slide 16 - Slide