3.3 Horen (1hvd)

Nectar H3 Waarnemen 
§3.3 Horen
  • Nabespreking §3.2 Zien
  • Werken aan §3.3 Horen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Nectar H3 Waarnemen 
§3.3 Horen
  • Nabespreking §3.2 Zien
  • Werken aan §3.3 Horen

Slide 1 - Slide

Hoe heet het binnenste vlies in het oog?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het vlies wat voor de iris en pupil zit?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 3 - Quiz

Waarmee zie je het beste?
A
Gele vlek
B
Blinde vlek
C
Netvlies
D
Pupil

Slide 4 - Quiz

Hiermee kan je kleur zien
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 5 - Quiz

Kleuren
Staafjes - zwart/wit, grijstinten
werken 's avonds en 's nachts
Kegeltjes - kleuren
werken overdag
Drie soorten kegeltjes:
rood - groen - blauw

Ezelsbruggetje:
K van Kleur//K van Kegeltjes. 

Slide 6 - Slide

Bij veel licht is de pupil ....... en zijn de ......spieren aangespannen
A
Groot - lengte
B
Groot - kring
C
Klein - lengte
D
Klein - kring

Slide 7 - Quiz

De pupilreflex

Slide 8 - Slide

Met een bolle lens zie je van ....... scherp en zijn de kringspieren in het straalvormig lichaam ..........
A
Dichtbij - ontspannen
B
Dichtbij - samengetrokken
C
Veraf - ontspannen
D
Veraf - samengetrokken

Slide 9 - Quiz

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 10 - Slide

Leerdoelen §3.3
  1. Je kunt de delen van je gehoorzintuig benoemen en van ieder deel de functie noemen.
  2. Je kunt beschrijven hoe oren werken. 
  3.  Je kunt uitleggen welke geluiden je kunt horen. 
  4. Je kunt uitleggen hoe de luchtdruk in je trommelholte wordt geregeld wordt.
  5. Je kunt uitleggen hoe je evenwichtsorgaan werkt. 

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Aan de slag!
  • Lezen §3.3 bladzijde 155
  • Begrippenlijst maken van de dikgedrukte woorden
  • Maken opdracht 1 t/m 7

Slide 13 - Slide


Welke onderdelen vind je in het uitwendige oor?
A
oorschelp, gehoorgang en trommelvlies
B
oorschelp, gehoorgang en oorsmeerkliertjes
C
oorschelp en oorsmeerkliertjes
D
oorschelp en gehoorgang

Slide 14 - Quiz


Welke onderdelen vind je in het middenoor?
A
trommelvlies, gehoorbeentjes en trommelholte
B
trommelvlies en gehoorbeentjes
C
trommelvlies, gehoorbeentjes en gehoorgang
D
gehoorgang, trommelvlies, trommelholte en gehoorbeentjes

Slide 15 - Quiz


Welke onderdelen vind je in het binnenoor?
A
trommelholte, slakkenhuis en gehoorzenuw
B
slakkenhuis, evenwichtsorgaan en gehoorzenuw
C
slakkenhuis, buis van Eustachius, evenwichtsorgaan en gehoorzenuw
D
slakkenhuis en buis van Eustachius

Slide 16 - Quiz

Geluid is trillende lucht.
De weg :
Oorschelp -> 
Gehoorgang -> 
Trommelvlies -> Gehoorbeentjes -> 
Slakkenhuis

Slide 17 - Slide

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 18 - Drag question

In het slakkenhuis zetten de zintuigecellen de trillingen om in impulsen.

Impulsen gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen.

Slide 19 - Slide


In welk deel van het oor liggen de gehoorzintuigcellen?
A
trommelvlies
B
trommelholte
C
gehoorzenuw
D
slakkenhuis

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
  • Lezen §3.3 bladzijde 157 + 160
  • Begrippenlijst maken van de dikgedrukte woorden
  • Maken opdracht 8 t/m 17

Slide 21 - Slide

Gehoorbereik
  • Mensen horen tussen de 20 en 20000 Hertz.
  • Het gehoorbereik verschil per diersoort.
  • Als je ouder wordt slijten de haartjes van de zintuigcellen.        Je hoort geen hoge tonen meer. 

Slide 22 - Slide

Geluidsniveau
Bij een hard geluid zijn er sterkere geluidstrillingen dan bij een zacht geluid. 

Je meet geluidssterkte in decibel.

Slide 23 - Slide

Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 24 - Quiz

Slikken

  • Bij slikken of gapen, gaat via de buis van Eustachius lucht  van de trommelholte  naar de keelholte of andersom.

Slide 25 - Slide

Je trommelvlies trilt goed als de lucht in de gehoorgang even hard drukt als de lucht in de trommelholte.

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Begrippenlijst van de dikgedrukte woorden van §3.3

Opdracht 1 t/m 17 van §3.3 via Nectar Online

Slide 27 - Slide