V3i Unité 3 donderdag 11 februari 2021

V3i donderdag 11 februari 2021
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

V3i donderdag 11 februari 2021

Slide 1 - Slide

Planning 11/2: 
- Écrire
- Apprendre 8 (p. 130)
- ex. 24
- theorie futur (herhalen) + ex. 25

HW = herhalen theorie futur + afmaken ex. 25

Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
- Je oefent de uitspraak m.b.v. Apprendre 8
- Je herhaalt de vervoeging van de futur zodat je deze kan toepassen bij de oefeningen 

Slide 3 - Slide

Apprendre 8 p. 130
- spreek de woorden hardop na

Slide 4 - Slide

Exercice 24:
Regarde le nuage de mots et combine (zie volgende slide> sleepvraag)

Slide 5 - Slide

Journal
Collégien
Ville
Musique
Manifestation
Bruit
Voleur
Police
Lire
Étudier
Habiter
Écouter
Protester
Entendre
Cambrioler
Surveiller

Slide 6 - Drag question

Le futur simple

Slide 7 - Slide

Wanneer gebruik je de futur simple?
- Om aan te geven dat iets nog gaat gebeuren. 

- Je vertaalt de futur simple altijd met zullen.

Vb: Wij zullen slapen.

Slide 8 - Slide

Le futur simple
De uitgangen van de futur simple komen bij regelmatig werkwoorden achter het hele werkwoord.

Slide 9 - Slide

Hoe maak je de futur simple?
Om de futur simple te maken, moet je weer 2 dingen doen:

1. de stam maken
2. de juiste uitgang erachter zetten

Slide 10 - Slide

Futur simple = toekomende tijd
ik zal werken
jij zal praten
hij zal lopen
wij zullen eten
jullie/u zullen begrijpen
zij zullen kopen
Uitleg futur 1

Slide 11 - Slide

Hoe maak je de futur simple?
Heel ww + uitgangen
je travaillerai
tu parleras
Il marchera
Nous mangerons
Vous comprendrez (LEt op de laatste e valt weg ivm klinkerbotsing)
Ils acheteront
uitleg futur 2

Slide 12 - Slide

De futur simple
de futur simple
de stam
+
uitgang
je + ai
tu+ as
il + a
elle + a
on + a
nous + ons
vous + ez
ils/elles+ ont
regelm

hele ww
parler
finir
rendre
onregelm

être - ser
avoir- aur
faire - fer
aller - ir
pouvoir - pourr
voir - verr
vouloir - voudr
devoir- devr
Uitleg stam onregelmatige WW

Slide 13 - Slide

Le conditionnel

Slide 14 - Slide

Le conditionnel

Slide 15 - Slide

Le conditionnel
"je voudrais une baguette s'il vous plaît"

Slide 16 - Slide

À faire maintenant:
ex. 25

Slide 17 - Slide

Les devoirs pour mardi (16/2): 
- afmaken ex. 25
- herhalen theorie futur/ conditionnel

Slide 18 - Slide

Au revoir!

Slide 19 - Slide