Cursus tijdvakken: Tijdvak 7 (Pruiken & Revoluties) + KA's

Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

KA's tijdvak 7
Kenmerkende aspecten:
  • rationeel optimisme en "verlicht denken" dt werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
  • voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk  bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
  • uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verboven trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
  • de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verlicht denken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  • Verlichting: periode waarin de mensen na een duistere tijd vol onwetendheid, bijgeloof en 'domheid'  (middeleeuwen) opheldering willen
  • Door het gebruiken van het verstand (rationalisme) en om je heen te kijken (empirisme) kan je de wereld beter maken (rationeel optimisme)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wanneer?
  • 16e/17e eeuw: de wetenschappelijke revolutie in de natuurwetenschappen
  • 18e eeuw: wetenschappelijke revolutie in de mens- en maatschappijwetenschappen -> de Verlichting

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verlichte denkers:
  • Voltaire: Vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid zijn belangrijk
  • John Locke: Alle mensen zijn vrij en gelijk. Dit geeft alleen wel problemen met bestuur en moet er een sociaal contract komen -> een deel van vrijheid inleveren om meer gelijkheid te creëren
  • Montesquieu: Verafschuwt dictatuur dat altijd leidt tot machtsmisbruik. Om dit te voorkomen bedacht hij de trias politica: de scheiding der machten (uitvoerend, controlerend, rechtsprekend)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Trans-Atlantische slavenhandel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen was vreselijk
  • Slaven werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode slaven werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Slavenmarkten

  • De slaven die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de slaven 'opgepoetst' om er goed uit te zien







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Op de plantages

  • Slaven moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden slaven mishandeld en/of misbruikt
  • Slaven werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de slaaf was








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Past slavernij bij de idealen van de Verlichting? Ja/nee? En waarom wel/niet?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Er komt een tegengeluid:
Slavernij is tegen de verlichtingsideeen (vrijheid en gelijkheid)
Slavernij is tegen de christelijke naastenliefde

Opkomst van het abolitionisme: Society for abolitionism of the slave trade

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Abolitionisme
De stroming om de slavernij af te schaffen
Succesvol:
  • 1794: Franrkijk schaft slavernij af (Napoleon heeft dit teruggedraaid)
  • 1807: Engeland verbiedt slavenhandel
  • 1833: Groot-Brittannië: Afschaffing slavernij
  • 1863: Amerika: Afschaffing slavernij
  • 1863: Nederland: Afschaffing slavernij

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

De Franse Revolutie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

De situatie in Frankrijk vóór 1789
Monarchie:
  • Ancién Regime: een monarchie aan de macht
  • Een absolute monarchie

Ontevrede met Marie Antoinette: 
  • Ze was Oostenrijkse, de orginele vijand van Frankrijk
  • l'Autrichienne
  • Ze kon eerst geen kinderen baren (weinig kennis van voortplanting, 'schuld' van de koning)

Staatsvorming en economie:
  • Grote staatsschuld
  • Geen eenheid in belasting

De publieke opinie!


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voer voor een revolutie
De situatie in 1789:
  • Hongersnood
  • Burgers hebben geen inspraak

Standensamenleving:
  • Adel: 400.000 mensen -> 2% van de bevolking
  • Geestelijkheid: 100.000 mensen -> 0,5 / 1% van de bevolking
  • Boerenstand: 97% van de bevolking; wél belasting, géén inspraak

De Verlichting speelde een grote rol...

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De rol van de Verlichting tijdens de Franse Revolutie
Verlichting: een nieuwe wetenschappelijke stroming:
  • Het ontwikkelen van innerlijke vroomheid
  • Het bevorderen van filosoferen
  • Bevordering van wetenschap en intellectuele uitwisseling

Gevolg: mensen nemen afstand van de katholieke kerk. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bestorming van de Bastille
Wordt gezien als het startpunt van de Revolutie...
  • 14 juli 1789

Middeleeuws fort gebruikt als gevangenis
  • 1370 - 1790

Het bevrijden van gevangenen?
  • Het was met name een wapenopslag, er zaten weinig gevangenen opgesloten

Slide 25 - Slide

Er zaten ten tijde van de bestorming maar 7 gevangenen vast in de Bastille: 4 valsemunters, 2 krankzinnigen (die een complot tegen de koning zouden hebben opgezet) en 1 gevangengenomen graaf. De bestorming van deze gevangenis is heel erg geromantiseerd omdat het symbool stond voor de absolute monarchie en de onvrede van het volk van Frankrijk.
De Terreur

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

De Terreur
Letterljk 'het Schrikbewind"
  • 1792 - 1794
Periode na uitmoorden koninklijke familie
  • Kenmerkend door de vele onthoofdingen
  • Alles om de standensamenleving te laten verdwijnen
  • Invloed katholieke kerk moest absoluut verwijderd worden (ontkerstening)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Maximilien de Robespierre
1758 - 1794
  • 1793: hij wordt lid van de revolutionaire regering in Parijs
Ter dood veroordeelden:
  • Geheel Frankrijk: 16.000 (guillotine)
  • Parijs: 2600 (guillotine)
  • Slachtoffers Terreur geheel Frankrijk: 40.000

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Het gebruik van de guillotine
  • Waarom zou de guillotine juist bij de Verlichting horen?

Het aangeven van ongelijkheid
  • Iemand aanspreken met 'u'

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Waarom zou het gebruik van de guillotine bij de Verlichtingsidealen horen?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Na de Terreur
Directoire:
  • 1795 - 1799 (tot Napoleon)
  • Een bestuur bestaande uit 5 personen
  • Invoer cijnskiesstelsel (alleen stemmen als je genoeg geld had)
Voor de eerste keer bestaat de wetgevende macht uit een parlement

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Napoleon
Frankrijk zette 'een stapje terug'

Onder Napoleon: centraal bestuur (net als tijdens de monarchie)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welke uitleg past bij: 'restauratie'?
A
Periode van ondergang na Napoleon Bonaparte in 1815. Veel dingen die de Verlichting hadden bereikt, werden teruggedraaid
B
Periode in de 17e/18e eeuw waarbij rationeel denken centraal stond
C
Periode in 15e/16e eeuw die wordt gekenmerkt door een nieuwe levensstijl en opleving van wetenschap
D
Kerkhervorming die als doel had om de misstanden binnen de Katholieke kerk aan te kaarten

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitleg past bij: "Franse Revolutie"?
A
Periode van veranderingen in Frankrijk (begonnen i n 1789) waarbij Napoleon werd afgezet
B
Periode van grote veranderingen in Frankrijk (begonnen in 1789) waarbij de monarchie werd afgeschaft
C
Periode van grote veranderingen binnen Frankrijk (begonnen in 1789) waarbij democratie werd afgeschaft
D
Periode van grote veranderingen in Franrkijk (begonnen in 1789) die de start vormden van de Verlichting

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Bij "Vrede van Parijs" past de uitleg: Vredesovereenkomst uit 1555 waarin werd bepaald dat de vorst het geloof van de onderdanen mocht bepalen"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Bij "Slag bij Waterloo" hoort de uitleg: "Slag in 1815 bij de plaats Waterloo waarbij Napoleon werd verslagen"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitleg past bij het begrip "Ancien régime"?
A
De welgestelde burgerij
B
De benaming voor het bestuur van Frankrijk d.m.v absolute macht
C
Absolutisme waarbij de vorst zich niet meer beriep op goddelijk recht
D
De benaming voor het bestuur van Engeland door middel van absolute macht

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Bij het begrip "Verlichting" hoort de volgende uitleg: "Periode in de 15e/16e eeuw die wordt gekenmerkt door een vernieuwde levensstijl en een heropleving van kunst en wetenschap geinspireerd op de klassieke oudheid"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitleg past het best bij het begrip "Grondwet"?
A
De wet die bepaald hoe onderwijs is geregeld
B
Wet waarin is vastgelegd wat de rechten en plichten van burgers zijn en hoe het bestuur is geregeld
C
Wet die belangen van werknemers beschermt
D
Wet die bepaalt wie er mogen stemmen

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions