Cursus tijdvakken: Tijdvak 7 (Pruiken & Revoluties) + KA's

Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

KA's tijdvak 7
Kenmerkende aspecten:
  • rationeel optimisme en "verlicht denken" dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
  • voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk  bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
  • uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verboven trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
  • de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verlicht denken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  • Verlichting: periode waarin de mensen na een duistere tijd vol onwetendheid, bijgeloof en 'domheid'  (middeleeuwen) opheldering willen
  • Door het gebruiken van de verstand (rationalisme) en om je heen te kijken (empirisme) kan je de wereld beter maken (rationeel optimisme)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wanneer?
  • 16e/17e eeuw: de wetenschappelijke revolutie in de natuurwetenschappen
  • 18e eeuw: wetenschappelijke revolutie in de mens- en maatschappijwetenschappen -> de Verlichting

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verlichte denkers:
  • Voltaire: Vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid zijn belangrijk
  • John Locke: Alle mensen zijn vrij en gelijk. Dit geeft alleen wel problemen met bestuur en moet er een sociaal contract komen -> een deel van vrijheid inleveren om meer gelijkheid te creëren
  • Montesquieu: Verafschuwt dictatuur dat altijd leidt tot machtsmisbruik. Om dit te voorkomen bedacht hij de trias politica: de scheiding der machten (uitvoerend, controlerend, rechtsprekend)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Trans-Atlantische slavenhandel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen was vreselijk
  • Slaven werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode slaven werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Slavenmarkten

  • De slaven die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de slaven 'opgepoetst' om er goed uit te zien







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Op de plantages

  • Slaven moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden slaven mishandeld en/of misbruikt
  • Slaven werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de slaaf was








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Er komt een tegengeluid:
Slavernij is tegen de verlichtingsideeen (vrijheid en gelijkheid)
Slavernij is tegen de christelijke naastenliefde

Opkomst van het abolitionisme: Society for abolitionism of the slave trade

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Abolitionisme
De stroming om de slavernij af te schaffen
Succesvol:
  • 1794: Frankrkijk schaft slavernij af (Napoleon heeft dit teruggedraaid)
  • 1807: Engeland verbiedt slavenhandel
  • 1833: Groot-Brittannië: Afschaffing slavernij
  • 1863: Amerika: Afschaffing slavernij
  • 1863: Nederland: Afschaffing slavernij

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

De Franse Revolutie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

De situatie in Frankrijk vóór 1789
Monarchie:
  • Ancién Regime: een monarchie aan de macht
  • Een absolute monarchie

Ontevrede met Marie Antoinette: 
  • Ze was Oostenrijkse, de orginele vijand van Frankrijk
  • l'Autrichienne
  • Ze kon eerst geen kinderen baren (weinig kennis van voortplanting, 'schuld' van de koning)

Staatsvorming en economie:
  • Grote staatsschuld
  • Geen eenheid in belasting

De publieke opinie!


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voer voor een revolutie
De situatie in 1789:
  • Hongersnood
  • Burgers hebben geen inspraak

Standensamenleving:
  • Adel: 400.000 mensen -> 2% van de bevolking
  • Geestelijkheid: 100.000 mensen -> 0,5 / 1% van de bevolking
  • Boerenstand: 97% van de bevolking; wél belasting, géén inspraak

De Verlichting speelde een grote rol...

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De rol van de Verlichting tijdens de Franse Revolutie
Verlichting: een nieuwe wetenschappelijke stroming:
  • Het ontwikkelen van innerlijke vroomheid
  • Het bevorderen van filosoferen
  • Bevordering van wetenschap en intellectuele uitwisseling

Gevolg: mensen nemen afstand van de katholieke kerk. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bestorming van de Bastille
Wordt gezien als het startpunt van de Revolutie...
  • 14 juli 1789

Middeleeuws fort gebruikt als gevangenis
  • 1370 - 1790

Het bevrijden van gevangenen?
  • Het was met name een wapenopslag, er zaten weinig gevangenen opgesloten

Slide 23 - Slide

Er zaten ten tijde van de bestorming maar 7 gevangenen vast in de Bastille: 4 valsemunters, 2 krankzinnigen (die een complot tegen de koning zouden hebben opgezet) en 1 gevangengenomen graaf. De bestorming van deze gevangenis is heel erg geromantiseerd omdat het symbool stond voor de absolute monarchie en de onvrede van het volk van Frankrijk.
De Terreur

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

De Terreur
Letterljk 'het Schrikbewind"
  • 1792 - 1794
Periode na uitmoorden koninklijke familie
  • Kenmerkend door de vele onthoofdingen
  • Alles om de standensamenleving te laten verdwijnen
  • Invloed katholieke kerk moest absoluut verwijderd worden (ontkerstening)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Maximilien de Robespierre
1758 - 1794
  • 1793: hij wordt lid van de revolutionaire regering in Parijs
Ter dood veroordeelden:
  • Geheel Frankrijk: 16.000 (guillotine)
  • Parijs: 2600 (guillotine)
  • Slachtoffers Terreur geheel Frankrijk: 40.000

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verlicht?
Het gebruik van de guillotine:

  • Waarom zou de guillotine juist bij de Verlichting horen?


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Na de Terreur
Directoire:
  • 1795 - 1799 (tot Napoleon)
  • Een bestuur bestaande uit 5 personen
  • Invoer cijnskiesstelsel (alleen stemmen als je genoeg geld had)
Voor de eerste keer bestaat de wetgevende macht uit een parlement

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Napoleon
Frankrijk zette 'een stapje terug'

Onder Napoleon: centraal bestuur (net als tijdens de monarchie)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions