This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
6.2 deel 1
Slide 1 - Slide
Welkom
3 MAVO || 2023-2024
Hoofdstuk 5 - Is er werk voor jou?
Exameneenheid arbeid en productie
Slide 2 - Slide
Programma
Hoofdstuk 5
Lesdoelen
Opdracht bespreken
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 3 - Slide
Productiefactor
Je krijgt beloningen van de productiefactoren
Productiefactor
Beloning
Voorbeeld
Kapitaal
Rente, huur
Het verhuren van een gebouw
Arbeid
Loon
Je werkt
Natuur
Pacht
Je leent grond uit
Ondernemerschap
Winst
Een bedrijf maakt winst.
Slide 4 - Slide
Afschrijvingen
Waardevermindering van kapitaalgoederen (de machines worden ouder en slijten door het gebruik)
(Aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren = afschrijving per jaar
Slide 5 - Slide
Ik heb een machine aangeschaft van 61.000. Na 5 jaar is hij nog 26.000 waard. Wat is de afschrijving per jaar?
Slide 6 - Open question
inkoopprijs € 0,80
verkoopprijs
€ 1,20
brutowinstopslag
+ € 0,40
Slide 7 - Slide
inkoopprijs
brutowinst +
verkoopprijs
€ 0,80
€ 0,40 +
€ 1,20
Brutowinst = brutowinstopslag = brutowinstmarge
Meestal een percentage van de inkoopprijs
Slide 8 - Slide
Brutowinstopslag
De inkoopprijs is €0,43
De brutowinstopslag is 190%
Hoe bereken je dan de verkoopprijs?
Inkoopprijs
100%
Brutowinstopslag
190% +
+
Verkoopprijs
290%
Slide 9 - Slide
Peter verkoopt Airpods. Hij koopt een paar in voor 45 euro. Hij hanteert een brutowinstopslag van 40%. Bereken de verkoopprijs
Slide 10 - Open question
Dennis verkoopt schriften. De inkoopprijs voor een schrift is 0,60 euro. De verkoopprijs is 1,30. Bereken de brutowinstopslag in een percentage van de inkoopprijs
Slide 11 - Open question
BTW (en consumentenprijs)
BTW = belasting toegevoegde waarde
BTW in NL is 9% of 21%
Bedrijven moeten de btw afstaanaan deoverheid, dus zij houden alleen de verkoopprijs over.
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw.
Dit is het bedrag wat ik als bedrijf ontvang MET btw