A1C H2 les 11

Bonjour!

H2  C'est si bon!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Bonjour!

H2  C'est si bon!

Slide 1 - Slide

Comment ça va ?


Je suis en pleine forme!

Je suis amoureux(se)
Je suis fatigué(e)
Je suis crevé(e)
ça ne va pas du tout!
J'ai passé de
bonnes vacances!

Slide 2 - Slide

Quel temps
fait-il
aujourd'hui?

Slide 3 - Slide

Programme
  • phrases-clés p. 94/dictée
  • vidéo à la boulangerie
  • mondeling
  • zelfstandig slim stampen

Slide 4 - Slide

prends un stylo et ton cahier

dictée

Slide 5 - Slide

prends ton agenda!
donderdag 17/11 : les vervalt
dinsdag 22/11 : les vervalt
Opdrachten online in de planning van Grandes lignes (Bron E) maken voor woensdag 23/11

woensdag 23/11 : so H1   Neem je boek mee!
voc A + B f-n en n-f
zinnen bron C p. 94 f-n en n-f
bron D: werkwoorden op -er




Slide 6 - Slide

Commander = bestellen
  • Comme entrée, je prends............
  • Comme plat, je prends................
  • Comme dessert, je prends...........
  • Comme boisson, je prends................


Slide 7 - Slide

A la boulangerie - Regarde
  • Hoe vraagt het meisje wat ze wil? welke 2 woorden gebruik ze?
  • Wat betekent: autre chose? 
  • Hoe vraagt het meisje wat het allemaal kost? 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Au restaurant
2 amis A en B  et le serveur C
Begroet elkaar
A. vraag aan je vriend of hij pannenkoeken lekker vindt, (et toi?)
A. Vraag de kaart aan  de ober
A = B   Geef je bestelling (eten en drinken carte p. 71)
Vraag aan de ober waar de toiletten zijn
A = vraag de rekening
ABC  neem afscheid


Slide 10 - Slide

A la boulangerie 

Begroet 
Vraag min. 2 verschillende dingen
Vraag hoeveel het kost
Zeg dat je het niet begrijpt
Zeg dat je het begrijpt en geef het geld
Neem afscheid



Begroet
Voici/voilà
Geef een bedrag: "ca coûte"? 
Herhaal en articuleer
Bedankt

Neem afscheid

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Oefen met slim stampen Vocabulaire A et B 

Slide 13 - Slide

Objectifs
Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?




Wat heb je vandaag geleerd/ herhaald?

Slide 14 - Slide