A1C H2 les 10

Bonjour!

H2  C'est si bon!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bonjour!

H2  C'est si bon!

Slide 1 - Slide

Comment ça va ?


Je suis en pleine forme!

Je suis amoureux(se)
Je suis fatigué(e)
Je suis crevé(e)
ça ne va pas du tout!
J'ai passé de
bonnes vacances!

Slide 2 - Slide

Quel temps
fait-il
aujourd'hui?

Slide 3 - Slide

Programme

  • Correction ex 19 p.74
  • Wat weet je nog van de werkwoorden? 
  • Mondeling
  • Liedje: j'aime les fruits
  • slim stampen




Slide 4 - Slide

prends ton agenda!
Pour mercredi 16/11
Leer de zinnen  van Bron C f-n en n-f p. 94

woensdag 23/11 : so H2
voc A + B f-n en n-f
zinnen bron C p. 94 f-n en n-f
bron D: werkwoorden op -er


Slide 5 - Slide

questions
Kan je een onregelmatig werkwoord noemen?
Kan je een regelmatig werkwoord noemen?
Wat is het verschil?
Hoe vervoeg ik een werkwoord op - ER? 
Tekst

Slide 6 - Slide

Wat zijn de uitgangen van de
ww op -er?

Slide 7 - Open question

Traduis
  1. een hekel hebben aan
  2. beginnen
  3. praten
  4. eten
  5. betalen
  6. dol zijn op
  7. naar huis gaan
  8. uitnodigen
  9. luisteren
  10. liever hebben
timer
3:00

Slide 8 - Slide

aimer
adorer
préférer
détester
 altijd + bepaald lidwoord : le, la, l', les

J'aime les bananes et toi  tu adores ou tu détestes  les fruits?
I

Slide 9 - Slide

Il s'appelle Aaron
il a quatorze ans
Il habite à Nantes
Il aime les glaces
Il déteste le fromage
Il mange à la cantine, un hamburger et une salade

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat zeg je bij de bakker?
je..................deux baguettes s.v.p.

Slide 12 - Open question

Wat zeg je in het restaurant?
(ik neem) un coca et une pizza

Slide 13 - Open question

Au restaurant
2 amis A en B  et le serveur C
Begroet elkaar
A. vraag aan je vriend of hij pannenkoeken lekker vindt, (et toi?)
A. Vraag de kaart aan  de ober
A = B   Geef je bestelling (eten en drinken carte p. 71)
Vraag aan de ober waar de toiletten zijn
A = vraag de rekening
ABC  neem afscheid


Slide 14 - Slide

Oefen met slim stampen Vocabulaire A et B 

Slide 15 - Slide

Objectifs
Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?




Wat heb je vandaag geleerd/ herhaald?

Slide 16 - Slide