leçon 16_THV2B

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour !

Le programme:

        Aujourd'hui (=vandaag) :

• Apprendre: voorzetsels in of naar bij landen en steden
• Pratiquer les dialogues 1 + 2

leçon 16

Le nom des pays

Quel pays ?
(lidwoord + naam)

Quel pays ?
(lidwoord + naam)

Quel pays ?
(lidwoord + naam)

Quel pays ?
(lidwoord + naam)

Quel pays ?
(lidwoord + naam)

Voorzetsels bij landen en steden/dorpen

Villes / villages

Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'. 

Voorbeeld:

        Je vais à Paris 

        Je vais à Rotterdam

Pays

• Bij landen heb je drie opties: en / au / aux
  

• Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je het geslacht weten van het land. 
  

Pays 

• 'En' 
  
• Féminin (vrouwelijk)

• Eindigen op een 'e'
  (en Espagne) (en France)

Pays

• 'au'
  
• Masculin (mannelijk)
  

• Eindigt niet op een e 
  ( au Danemark)( au Canada, au Pérou, au Japon) 

Pays

• Aux
  
• Pluriel (meervoud, eindigt meestal op een -s)
  

Voorbeeld: 

        Aux États-Unis

        Aux Pays-Bas

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à

Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn ( l' / la )	mannelijk landenammen (le)	namen in het meervoud (les)	Steden of dorpjes
EN	AU	AUX	À
en France, en Italie etc.	au Portugal, au Royaume-Uni etc.	aux Pays-Bas, aux États-Unis etc.	à Paris, à Rotterdam etc

On pratique :

• Faire l'exercice M + N pages 20-21 dans le supplément
• Si tu es rapide, fais deux exercices en ligne:

1. Exercice en ligne n°1
2. Exercice en ligne n°2 

Exercice M page 20

1. au Maroc
2. à
3. en Allemagne
4. en Suisse
5. en Norvège - à
6. en Angleterre
7. en France
8. aux États-Unis
9. à - au
10. en Chine
11. en Turquie
12. en Espagne

Exercice L page 20

1. en Belgique
2. au Luxembourg
3. en Allemagne – en Suisse
4. en Italie
5. en Grèce
6. en Espagne
7. au Portugal
8. à 

Parler des vacances 

supplément

• Pratiquer le dialogue 1 page 23
• Pratiquer le dialogue 2 page 24

Devoirs: 

• Apprendre: supplément, page 20: voorzetsels in + naar bij aardrijkskundige namen
• Apprendre: StudyGo 1-6 N-F
• Faire: D'Accord > Chapitre 1 > 1. 4 > 7 + 8