2c

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Heute

• Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  
• Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  

Herzlich Willkommen! 

Iedereen die onvoldoende staat voor Duits heeft vandaag een woordenlijst gemaakt en geleerd van 40 woorden. Je bepaalt zelf welke woorden je leert van de Lernliste K5 n-d + d-n. Het is een 1e stap op weg naar je repetitie op 25 maart.

in de bijlage vind je de woordenlijst en de tips hoe leer je woordjes.

Let op: voor volgende week maandag heb je de diagnostische toets gedaan van K5.

Plan je leerwerk dus tijdig in.

Check Huiswerk gedaan?

Ga naar Magister 25 maart Repetitie

Ga naar Wordwall en test jezelf

Klik op de Lernliste n-d of Lernliste d-n om jezelf te overhoren. Iedereen die niet geleerd heeft, gaat 15 minuten oefenen/leren in Wordwall 

Leerdoelen deze les

je kunt werkwoorden en ein woordjes uit de Lernliste van K5 toepassen

Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over eten en drinken.

zet je naam op het blaadje

vertaal de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden:

1     ik -              mijn vriend  ich -mein Freund

2     jij -              jouw vriend  du -dein Freund

3     hij -             zijn vriend    er - sein 

4     zij -             haar vriend   sie -ihr

5     wij -             ons/onze vriend  wir - unser

6     jullie -          jullie vriend           ihr - euer 

7     zij -              hun vriend       sie - ihr

8     u  -               uw vriend        Sie - Ihr 

ga naar de Lernliste N-D van K5 

Je moet de woorden uit de Lernliste nu gaan toepassen door hele zinnen te maken met diverse woorden uit de Lernl. 

Denk aan de grammatica die je gehad hebt en het vervoegen van werkwoorden.   

Fe  esttenten + haben/sein

1)  ik bestel een cola

2)  wij nemen een sinaasappelsap

3) Ik drink een kopje koffie

4) wat drink jij? 

5) wij eten geen aardappelen 

6) zijn patat is koud

7) heeft u de rekening aub

8) Heb jj een glas water? 

9) zij bestelt een thee

10) mijn ijs smaakt goed 

1 ich bestelle (stam+e) eine Cola (v) 

2 wir nehmen ein Orangensaft (m)

3 ich trinke eine Tasse(v) Kaffee 

4 was trinkst (stam+st) du?

5 wir essen keine Kartoffeln (mv)

6 seine Pommes (mv) sind kalt 

7 Haben Sie die Rechnung? 

8 hast du ein Glas (O) Wasser?

9 sie bestellt (stam+t) ein Thee

10 Mein Eis schmeckt (stam+t) gut 

ga naar E Grammatik en B Wortschatz en doe de check!

 

Welke opdrachten moet ik nog afmaken en.....

welke opdrachten waren onvoldoende en moet ik opnieuw maken?

Huiswerk voor volgende week. Eventueel tunkuur gebruiken 

De opdrachten B woordenschat en E grammatica zijn super belangrijk voor je repetitie. Streven naar hoge scores waarmee je laat zien dat je woordjes en grammatica kunt toepassen!

sprechen 

je moet straks in 2tal een gesprekje bouwen en einde les presenteren. 

We oefenen meteen veel woordjes uit de komende repetitie