2c 4 mrt hoe leer ik woordjes?

Wir lernen Deutsch
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wir lernen Deutsch

Slide 1 - Slide

Lernziel:
1) Je kunt eenvoudige zinnen maken met de woorden uit de Lernliste

2) Je kent de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.
Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken.

Slide 2 - Slide

Onbepaald lidwoord in Duits
Ein-kein----- mein-dein-sein-dein-ihr-unser-euer-ihr-Ihr

Eine-keine--- meine-deine-seine-deine-ihre-unsere-eure-ihre-Ihre
kennen we de nieuwe grammatica al?   Filmpje herhalen? 

Slide 3 - Slide

vul het juiste ein-woord in

1 Das ist (een) ........ Frau und das ist (een) .......Mann
2 Das ist (mijn) ........Frau 
3 kennst du (zijn) .......Frau? 
4 in Holland steht (een) ........Haus
5 er hat (geen) .......Kinder
6 ich kenne (Jouw) ......Kinder 
7 wir essen (een) ........Eis

Slide 4 - Slide

25 maart repetitie K5
Let op:
18 maart heeft iedereen de diagnostische toets gedaan
Plan je leerwerk tijdig in - verdeel je leerwerk in stukjes -stel vragen en oefen extra als je het lastig vindt. 
Gebruik slim stampen en wordwall  

Slide 5 - Slide

Waarom is Wortschatz zo'n belangrijke oefening bij het vak Duits?

Overleg met elkaar 
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Woordjes leren - hoe doe je dat nu? 


Diverse manieren:
schrijven-device/typen/wordwall -kaartjes-woordenlijsten??
leer alles in 1 of 2 keer // korte termijn geheugen
leerwerk in stukjes te hakken en herhalen // lange termijn geheugen
  

Slide 7 - Slide

hoeveel woordjes kan je per dag leren? 
wanneer zitten woorden in korte termijn geheugen?
wanneer zitten woorden in lange termijn geheugen?

Slide 8 - Slide

START toewerken naar repetitie K5 op 25 maart
Lernliste n-d :  61 woorden
Lernliste d-n:  24 woorden 
Verdeel je het leerwerk in stukken van 20 woordjes en zorg dat je elke keer als je nieuwe reeks woorden leert de oude woorden herhaalt.

Slide 9 - Slide

Komende toets goed voorbereiden. Probeer dit eens uit en kijk wat het je oplevert! 
Verdeel het leerwerk dus van je komende toets in stukjes van max 20 woorden. Begin het leerwerk van woorden altijd met een herhaling vd eerder geleerde woorden. 
Opdracht: volgende week hebben jullie 40 woorden geleerd die je zelf gekozen hebt. (tunkuren) 
Leerlingen die nu onvoldoende staan doen verplicht mee
leerlingen die meer uit hun leerwerk willen halen, mogen uiteraard ook meedoen 

Slide 10 - Slide

Bepaal nu zelf welke 40 woorden je wilt leren voor volgende week. Maak nu je eigen leerlijst en leer de woorden uit het hoofd
                     Lernliste n-d 
                     Lernliste d-n A+C

- ik begin gewoon bovenaan de woordenlijst en werk deze af
- woorden sorteren in geslacht: eerst alle der, die das en dan bijvoegelijke naamwoorden en werkwoorden
- ik selecteer woorden die bij elkaar horen (voorbeeld: concert-reserveren-bestellen-tickets)
- woorden scheiden in makkelijk en moeilijk of lang en kort.

timer
12:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Sprechen  

We nemen samen de woordenlijst door die je voor je toets moet kennen (en kunnen toepassen).

 
1e ronde:  we maken kennis met de nieuwe woorden en spreken het woord na. let op uitspraak!

2e ronde:  in 2tal - om de beurt een woord uitspreken en elkaar feedback geven op uitspraak als dat nodig is.  

Slide 13 - Slide

Bestellen - nehmen - essen 
1) Lernliste N-D, zet nu zoveel mogelijk Duitse woorden die passen bij het werkwoord in de cirkel.
voorbeeld: woordthema Essen 
 Schnitzel fruit  koud warm

1e ronde:  individueel in stilte
Schrijf in elk vak een werkwoord
timer
8:00

Slide 14 - Slide

Bestellen - nehmen - essen 
3e ronde: probeer nu zoveel mogelijk zinnen te maken met de woorden die in jullie cirkels staan.
woorden die je toevoegt: ich - ein(e) of kein(e)                         
2e ronde:  samenwerken 
wissel met elkaar uit welke woorden je hebt gekozen en maak nu 3 nieuwe cirkels waarin al jullie woorden staan 
timer
12:00

Slide 15 - Slide

3 ronde
zelf gemaakte zinnen  presenteren  

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Sprachmittel 
1) samen Sprachmittel doornemen en vertaling erbij zetten als je het woord niet kent.

2) aan de slag met de spreekopdrachten  

Slide 18 - Slide

werkwoorden vervoegen en W-woorden gebruiken


                          Verben 3:  benutze jedes Verb 2 x. 
timer
12:00

Slide 19 - Slide

Fragewörter 2: Fragen zu Familie 
                                       W-Wörter
                       wo - wieviel -woher - wer - wie 
timer
12:00

Slide 20 - Slide