Koppelteken

Koppelteken en trema
chocolaallergie
routeinformatie
milieuinspectie
diplomauitreiking

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Koppelteken en trema
chocolaallergie
routeinformatie
milieuinspectie
diplomauitreiking

Slide 1 - Slide

Koppelteken en trema
chocola-allergie
route-informatie
milieu-inspectie
diploma-uitreiking

Slide 2 - Slide

Koppelteken en trema

Slide 3 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
Je leert: 

Koppelteken en trema op de juiste manier gebruiken.


Bijvoorbeeld: jojo-effect

Slide 4 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
Dit weet je al:  

Woorden los of aan elkaar schrijven


Bijvoorbeeld: goede keuze, racefiets

Slide 5 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
Het koppelteken wordt gebruikt bij: 

  • bij botsende klinkers
  • letters, cijfers, andere tekens, afkortingen
  • aardrijkskundige namen
  • voorvoegsels
  • twee gelijkwaardige woorden

Slide 6 - Slide

botsende klinkers

Slide 7 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
*Het koppelteken wordt gebruikt bij botsende klinkers: aa, oe, ui

Wanneer je een samenstelling verkeerd kunt lezen, gebruik je een koppelteken.
Bijvoorbeeld: 
diplomauitreiking=diploma-uitreiking
coronaangst=corona-angst
comandoeenheid=comando-eenheid





Slide 8 - Slide

Koppelteken in een samengesteld woord
klinkerbotsing 

 Je kunt het woord verkeerd uitspreken. Om dat te voorkomen, gebruiken we een koppelteken.
radio + omroep = radio-omroep (radioomroep)
milieu + inspectie = milieu-inspectie (milieuinspectie)
politie + agent = politie-agent (politieagent)

Slide 9 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
*Het koppelteken wordt gebruikt bij samenstellingen met 
letters :   X-as
cijfers: 4-jarig
andere tekens : $-teken
*afkortingen:  tv-zender 
Sint: Sint-Antonius 







Slide 10 - Slide

Afkortingen
  • Als je de afkorting letter voor letter uitspreekt óf de afkorting heeft één of meer hoofdletters, dan gebruik je een koppelteken
  • Bijvoorbeeld: BMW-dealer, ov-kaart, vmbo-leerling
  • Als je de afkorting uitspreekt als één woord, dan gebruik je geen koppelteken
  • Bijvoorbeeld: pincode, mavoleerling
*LET OP: uitspraakprobleem? Gebruik wél een koppelteken!
Bijvoorbeeld: mavo-examen

Slide 11 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
*Het koppelteken wordt gebruikt bij aardrijkskundige namen

  • ZuidAmerika=Zuid-Amerika
  • ZuidAmerikaan=Zuid-Amerikaan
  • NoordIerland=Noord-Ierland







Slide 12 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
*Het koppelteken wordt gebruikt bij samenstellingen met voorvoegsels.

  • bijna: bijna-botsing
  • niet: niet-bewoner
  • oud: oud-voetballer
  • ex: ex-collega
Ook: 
niet-, non-, collega-, interim-, leerling-






Slide 13 - Slide

Nog meer?  Ja.....
In woorden met de volgende voorvoegsels: 
adjunct, aspirant, assistent, bijna, chef, collega, ex, interim, kandidaat, leerling, meester, niet, non, oud

ex-minister
kandidaat-notaris
oud-burgemeester

Slide 14 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
*Het koppelteken wordt gebruikt bij samenstellingen met twee gelijkwaardige woorden.

  • minister-president
  • rooms-katholiek






Slide 15 - Slide

Gelijkwaardige delen
pianiste-componiste
 hotel-restaurant
zwart-wit
cultureel-maatschappelijk

Slide 16 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
Geen samenstelling, maar toch verwarrende klinkers, gebruik de trema

  • aloë vera
  • echoën
  • beëindigen





Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
media+aandacht
A
media aandacht
B
mediaaandacht
C
media-aandacht
D
mediaändacht

Slide 19 - Quiz

Waarom is het: media-aandacht
A
samenstelling
B
samenstelling met klinkerbotsing
C
twee gelijkwaardige woorden
D
bijzonder voorvoegsel

Slide 20 - Quiz

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
bldz. 202

Slide 21 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
Bldz. 202

Slide 22 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken

Slide 23 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken

Slide 24 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken
Bldz. 203

Slide 25 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken

Slide 26 - Slide

Je leert: 
* koppelteken en trema op de juiste          manier gebruiken

Slide 27 - Slide

Ik kan het koppelteken...
goed toepassen!
soms goed toepassen.
Ik kan het koppelteken niet toepassen.

Slide 28 - Poll