This lesson contains 19 slides, with text slides.
Bij sommige samenstellingen wordt een koppelteken (liggend streepje) gebruikt.
1 Bij een klinkerbotsing.
2 Bij de achternamen van getrouwde mensen.
3 Tussen twee gelijkwaardige delen die omwisselbaar zijn.
4 In samenstellingen met cijfers, letters of symbolen.
5 In samenstellingen met St. of Sint.
6 Bij sommige voor- en achtervoegsels
7 Bij vaste uitdrukkingen die één geheel vormen.