Kenmerken Modalverben o.v.t.
- In de verleden tijd (en het voltooid deelwoord) gebruik komt nooit een umlaut.
- De uitgangen zijn gelijk aan de uitgangen van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd:
ich = stam + te (ich machte) du = stam + test (du machtest)
er/sie/es = stam + te. (er machte)
wir = stam + ten (wir machten)
ihr = stam + tet (ihr machtet)
sie/Sie = stam + ten (sie/Sie machten)