SLB week 4/ Examen training spreken + Burgerschap politiek H1+

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Open dag was?

Planning

09.30 Open dag? 

09.15  Examen training kiezen van jouw onderwerp

11.00   Opweg naar succes! Zelfvertrouwen

11.30   Pauze

12.00   Burgerschap democratie 

Zelfvertrouwen 

Tussentijdse evaluatie!

Democratie?

QUIZ

HALF / HALF

Burgerschap opdracht

WAT:  Maak 4 t/m 6  + Utopia 1

HOE: In je burgerschap boek in groepjes van twee
HULP: Klasgenoten
TIJD: 15 minuten
UITKOMST: Boek op bureau + maken Utopia opdracht 1
KLAAR: Werk aan Rekenen

09.30 Open dag? 

09.15  Examen training kiezen van jouw onderwerp

11.00   Opweg naar succes! Zelfvertrouwen

11.30   Pauze

12.00   Burgerschap democratie 

13.00   SLB Reflectie + Vragen FNV
14.00   Examen spreken  

Reflectie SLB blz 95

Klaar? 

Schrijf een vraag voor de FNV op het bord

&

Rekenen :)

Wat moet je doen?

• Noem minstens 2 kwaliteiten 
  
• Stel minimaal 2 vragen 
• Active lichaamstaal + GEEN pet oid 
• Oefen de voorbeeld vragen

Je bent een begrip!

JA / NEE 

Wat vonden jullie van de les?

😒🙁😐🙂😃

Bezoek van FNV

Bedenk 5 vragen

Loopbaan

? wat betekend dat?

Geeltje doorgeven :)

Schrijf - Denk - Wissel

Product, dienst, profit, non-profit, particulier- of overheidsbedrijf, functie, taken en organogram.

Maak opdracht

1,2,3

Klaar? Leg op bureau en werk aan weektaken :)

Opdracht 1

Smart Rekenen 50 min of meer!

Nouh

Ivan 

Romano

Lana 

Zet in je agenda wanneer je gaat rekenen thuis!!!

SLB REFLECTEREN

HELP? 

Wat zijn de regels voor een verslag eigenlijk? 

Hoe doe je dat ook al weer?

Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.

Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.

Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.

Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.

Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.

Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.

Denk aan:

Samenhang

Afstemming op doel

Afstemming op lezer

Woordgebruik 

Grammatica, spelling en leestekens

Leesbaarheid / lay-out 

Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.

Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.

Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.

Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.

Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.

Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.

Reflectie op mijn stage week

WAT: Maak een verslag van je eerste stage week of stage zoeken

HOE: In Word, beantwoord alle vragen in je verslag!!!
HULP: Kijk in je boek blz. 68/ 69 of vraag docent
TIJD: 30 minuten en anders thuis afmaken
UITKOMST: Verslag is af inleveren via teams! 
KLAAR: Werk aan Rekenen of Numo

Wat betekend?

Reflecteren

Modellen 

Reflectiemethode 

Korthagen

Functioneren

Bij sturen

Stapsgewijs 

Systematisch 

Pen en papier

Mij helpen!

Wat wil jij graag in een winkel?

Wat wil je niet?

Wat wil jij graag bij je thuis? Denk aan: installatiemonteur, schilder of loodgieter? 

Wat wil je niet?

Wat wil jij graag voor je eigen kind? Denk aan: Peuterspeelzaal, basisschool.

Wat wil je niet?

Wat wil jij graag voor je spullen? Denk aan: fietsenmaker, garage, telefoon of computer reparateur? 

Wat wil je niet?

Maak opdracht op blz. 12

Klaar leg op mijn bureau :)

Waar haal je het vandaan?

Maak woordspin 

Geef tip en top

Wat vonden jullie van de les?

0100

Lesdoel

Ik weet wat mijn verantwoordelijkheden zijn en kan daar op reflecteren

Complimenten en bedankjes

STAGE BOEKJE!

Ik maak aantekeningen over belangrijke stage zaken en bewaar deze zodat ik ze terug kan lezen.

 Burgerschap Utopia opdracht 1!

Klaar? 

Nederlands en Rekenen

Examen training Nederlands

Quizzz

Examen training

Ik weet wat het examen Spreken inhoud.

Ik heb een keuze gemaakt voor een onderwerp.

Examen training spreken

Wat: Lees blz. 19 & 20 maak opdracht in tweetallen.
Tijd: 5 minuten

1. Wat houdt het examen spreken in?

2. Waar mag je presentatie over gaan? 

3. Wat betekent: intonatie en afstemmen op doelgroep?

4. Waar kan je de opdrachten voor je examen vinden, blz. nummer? 

5. Hoe veel mensen zijn er bij je examen aanwezig?

Klaar: Schrijf 3 tips op voor je klasgenoten om zich voor te bereiden op het examen.  

Wie van de 3?

 

Tijd: 5 minuten per woordspin blz. 21 & 22 + los blaadje.

Wat: Maak over social media & BPV-bedrijf een woordspin.

Hoe: In de boek, schrijf op wat weet over het onderwerp.

Hulp: Doe het alleen IN STILTE
Klaar: Geef de woorden kleurtjes.

$100

Maak een ruime kring

Bedenk hoe je mij kan overtuigen om:

-Voor het Regio College te kiezen

-Welke vakken het leukste zijn

-Hoe de klas is

-Hoe stage is

-Hoe de studenten zijn

Wat heb je gekozen?

Hoe was het $ spel?