Sprookje les 10: herhaling alle spellingonderdelen - extra oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Sprookje les 10

Creatief schrijven & Spelling

Nederlands Periode 1 VWO 1 2023/2024

Terugblik: Je weet nu ...

Sprookje

... wat de kenmerken van een sprookje zijn.

... wat typische sprookjesachtige figuren zijn.

... wat typische sprookjesachtige plaatsen/ruimtes zijn.

... wat typisch sprookjesachtig taalgebruik is.

... hoe de opbouw van een sprookje er uitziet.

Spelling

... hoe je het meervoud van een znw maakt.

... hoe je het verkleinwoord van een znw maakt.

... hoe je de bezitsvorm van een znw maakt.

... hoe je een samenstelling van 2 znw maakt.

Aan het einde van deze les...

... heb je nog een keer geoefend met:

• het meervoud van zn
• de verkleinwoorden van zn
• de bezitsvormen van zn
• samengestelde zn

Opdracht alle spellingonderdelen

1. Beantwoord de vragen op slide 6 t/m 17. 
2. Controleer je antwoord, voordat je naar de volgende slide gaat.  
3. Begrijp je waarom je antwoord fout was? 
4. Probeer dit altijd te begrijpen. Van fouten leer je alleen, als je begrijpt wat er fout ging.  
   

1. Wat is het meervoud van monnik?

2. Wat is het meervoud van keuze?

3. Wat is het meervoud van idee?

4. Wat is het verkleinwoord van A4?

5. Wat is het verkleinwoord van café?

6. Wat is het verkleinwoord van baby?

7. Wat is de samenstelling van goede+morgen?

8. Wat is de samenstelling van zon+bril?

9. Wat is de samenstelling van beer+sterk?

10. Wat is de bezitsvorm van Davy?

11. Wat is de bezitsvorm van Sarah?

12. Wat is de bezitsvorm van Bas?

Opdracht alle spellingonderdelen

Op slide 20 t/m 23 volgt een aantal opdrachten.

17: meervoud

18: verkleinwoorden

19: samenstellingen

20: bezitsvormen

Door op de linkjes (onderstreepte tekst) te klikken kom je bij de opdrachten.

Opdracht alle spellingonderdelen

1. Begrijp je waarom je antwoord fout was? 
2. Uitleg nodig? Vraag je buur en/of je docent om hulp. Of ga naar: 

Opdrachten: meervoud

Door op de linkjes (onderstreepte tekst) te klikken, kom je bij de opdracht.

Maak: meervoud 1

Maak: meervoud 2

Maak: meervoud 3          

Maak: meervoud 4

Maak: meervoud 5

Maak: 

meervoud 1 t/m meervoud 5

Opdracht: verkleinwoorden

Door op de linkjes (onderstreepte tekst) te klikken, kom je bij de opdracht.

Maak: verkleinwoorden 1

Maak: verkleinwoorden 2

Opdracht: samenstellingen 

Door op de linkjes (onderstreepte tekst) te klikken, kom je bij de opdracht.

Maak: samenstellingen 3

Maak: samenstellingen 4

Maak: samenstellingen 5

Maak: samenstellingen 6

Maak: samenstellingen 7

Maak: samenstellingen 8

Maak: 

samenstellingen 3 t/m samenstellingen 8

Opdracht: bezitsvormen 

Door op de linkjes (onderstreepte tekst) te klikken, kom je bij de opdracht.

Maak: bezitsvormen 1

Maak: bezitsvormen 2

Maak: bezitsvormen 3

Maak: bezitsvormen 4

Tot slot:
Welke spellingonderdelen vind je nog lastig?
(Wat ga je thuis nog extra oefenen?)