De burgers vergaderen apart
De verdeling in de Staten-Generaal was: 1e stand (300), 2e stand (300), 3e stand (600)
De geestelijkheid en de adel wilde dat iedere groep één stem had, zo hadden ze altijd een meerderheid
De derde stand vond dat oneerlijk en begon een eigen vergadering (nationale vergadering) en wilde pas terug komen als er een grondwet was opgesteld