Techniekquiz

Wat is de symbool van een diode?
A
B
C
D
1 / 46
next
Slide 1: Quiz
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Wat is de symbool van een diode?
A
B
C
D

Slide 1 - Quiz

Wie wordt gezien als de uitvinder van de gloeilamp?
A
Nikola Tesla
B
Thomas Alva Edison
C
Albert Einstein
D
Georg Ohm

Slide 2 - Quiz

Wie heeft de wisselspanning uitgevonden?
A
Nikola Tesla
B
Thomas Alva Edison
C
Albert Einstein
D
Georg Ohm

Slide 3 - Quiz

Wat staat voor wisselspanning?
A
AC
B
DC

Slide 4 - Quiz

Welke logo staat voor wisselspanning?
A
B

Slide 5 - Quiz

Wat is het gemiddelde elektriciteitsverbruik per persoon in Nederland volgens het NIBUD in 2024?

A
1500 kWh
B
1750 kWh
C
2000 kWh
D
2250 kWh

Slide 6 - Quiz

De weerstand (R) is gelijk aan
A
De spanning (U) gedeeld door de stroom (I)
B
De stroom (I) gedeeld door de spanning (U)
C
De spanning (U) vermenigvuldigd met de stroom (I)

Slide 7 - Quiz

Vanaf wanneer is wisselspanning volgens de installatievoorschriften hoogspanning?
A
Vanaf 1.000 volt
B
Vanaf 10.000 volt
C
Vanaf dat het door de geleiders boven de grond gaat
D
Vanaf dat het door de geleiders onder de grond gaat

Slide 8 - Quiz

Wat betekent de afkorting 'AI' in de context van technologie?
A
Automated Intelligence
B
Artificial Intelligence
C
Advanced Interface
D
Augmented Integration

Slide 9 - Quiz

Wat is de naam van de bekende wetenschapper en ondernemer die mede-oprichter is van Microsoft?
A
Steve Jobs
B
Mark Zuckerberg
C
Bill Gates
D
Elon Musk

Slide 10 - Quiz

Welke van de volgende termen wordt vaak gebruikt voor een kwaadaardig computerprogramma dat zichzelf kan repliceren en verspreiden?
A
Spyware
B
Malware
C
Adware
D
Ransomware

Slide 11 - Quiz

Waarvoor staat de P in de afkorting APK?
A
Periodieke
B
Plaatselijke

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt het unieke identificatienummer dat alle wegvoertuigen in Nederland moeten hebben genoemd?
A
Chassis- of framenummer
B
Motortypenummer
C
Kentekennummer

Slide 13 - Quiz

Welk automerk wordt in Nederland het meest gebruikt als taxi?
A
Mercedes-Benz
B
Volvo
C
Tesla
D
BMW

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt iemand die een APK-keuring uitvoert genoemd?
A
Monteur
B
Een (APK-) Keurmeester

Slide 15 - Quiz

Hoe worden wegen waarvoor je moet betalen om erop te mogen rijden genoemd?
A
Betaalde wegen
B
Tolwegen
C
Vignet
D
Snelwegen

Slide 16 - Quiz

Hoe hard mag een opgevoerde snorfiets maximaal kunnen rijden zonder boete WOK status te riskeren?
A
30 km/u
B
34 km/u
C
35 km/u
D
40 km/u

Slide 17 - Quiz

Hoe wordt het controlepaneel in een auto genoemd?
A
Navigatiesysteem
B
Dashboard
C
Bedieningspaneel
D
Boordcomputer

Slide 18 - Quiz

Welk pedaal heb je niet wanneer je in auto met een automatische versnellingsbak rijdt?
A
De koppelingspedaal
B
De rempedaal
C
De gaspedaal
D
De versnellingspook

Slide 19 - Quiz

Wat is je favoriete type technologisch apparaat?

Slide 20 - Open question

Hoeveel uur per dag besteed je aan schermtijd denk je?

Slide 21 - Open question

In welke maateenheid wordt een beeldscherm aangeduid?
A
Inch
B
Millimeter
C
Centimeter
D
Meter

Slide 22 - Quiz

Welke toetsenbord indeling gebruiken we in Nederland?
A
AZERTY
B
QWERTZ
C
QWERTY
D
QZERTY

Slide 23 - Quiz

Hoe noemt men een kunststof colafles?
A
Plasticfles
B
HDPE-fles
C
PET-fles
D
PP-fles

Slide 24 - Quiz

Wat is een andere benaming voor sifon?
A
S-bocht
B
Zwanenhals

Slide 25 - Quiz

Hoe luidt de stelling van Pythagoras?
A
a2+b2=c2
B
a²+b²=c²
C
a²+c²=b²
D
b²+c²=a²

Slide 26 - Quiz

Wat geeft een gloeilamp het meest af?
A
Licht
B
Warmte
C
Kleur

Slide 27 - Quiz

Wat is de tegenhanger van gelijkspanning?
A
Verschilspanning
B
Tegenspanning
C
Wisselspannig

Slide 28 - Quiz

Met welke tol kun je dingen doormidden zagen?
A
Draaitol
B
Zaagtol
C
Slijptol

Slide 29 - Quiz

Hoeveel is de wortel van 25 in het kwadraat?
A
5
B
25
C
125

Slide 30 - Quiz

Welk metaal is als enige bij kamertemperatuur vloeibaar?
A
Ijzer
B
Zink
C
Koper
D
Kwik

Slide 31 - Quiz

Welke van onderstaande materialen is geen legering?
A
Staal
B
Aluminium
C
Messing
D
Brons

Slide 32 - Quiz

Wat krijg je als je ijzer en koolstof bij elkaar doet?
A
Ijzer-Koolstof
B
Messing
C
Staal
D
RVS

Slide 33 - Quiz

Waar staat de afkorting RVS voor?
A
Roestvrijstaal
B
Roestvaststaal

Slide 34 - Quiz

Waar staat de W voor in de afkorting ANWB?
A
Weggebruikers
B
Wielrijders

Slide 35 - Quiz

Wat betekent "domotica" ?
A
Een pizzasmaak van Domino's
B
Huis automatisering
C
Een land in Zuid-Amerika
D
Een hondenras

Slide 36 - Quiz

Wat is de primaire verantwoordelijkheid van een procesoperator?
A
Ontwerpen van productieprocessen
B
Beheren en controleren van industriële processen
C
Verkopen van producten
D
Onderhouden van klantenrelaties

Slide 37 - Quiz

Welke van de volgende vaardigheden is het belangrijkst voor een procesoperator?
A
Programmeerkennis
B
Creatief schrijven
C
Technisch inzicht
D
Marketingstrategieën

Slide 38 - Quiz

Welke van de volgende industrieën maakt het meeste gebruik van procesoperators?
A
Chemische industrie
B
Informatietechnologie
C
Onderwijs
D
Toerisme

Slide 39 - Quiz

Wat betekent het begrip ‘procesoptimalisatie’ voor een procesoperator?
A
Het verminderen van personeelskosten
B
Het verbeteren van de efficiëntie van productieprocessen
C
Het ontwikkelen van nieuwe producten
D
Het verhogen van de verkoopcijfers

Slide 40 - Quiz

Welke veiligheidsuitrusting is vaak vereist voor procesoperators?
A
Laptop en smartphone
B
Veiligheidsbril en gehoorbescherming
C
Hardloopschoenen
D
Modeaccessoires

Slide 41 - Quiz

Wat is een belangrijke taak van een procesoperator bij het werken met chemische stoffen?
A
Marketingstrategieën ontwikkelen
B
Zorgen voor nauwkeurige mengverhoudingen en veiligheidsprotocollen
C
Kantoor schoonmaken
D
Klantenservice bieden

Slide 42 - Quiz

Welke opleiding is meestal vereist om procesoperator te worden?
A
Bachelor in Economie
B
Master in Kunstgeschiedenis
C
Technische opleiding op MBO- of HBO-niveau
D
Geen opleiding vereist

Slide 43 - Quiz

Wat betekent het als een procesoperator een 'storingsanalyse' uitvoert?
A
Het onderzoeken en oplossen van problemen in het productieproces
B
Het analyseren van verkoopgegevens
C
Het creëren van marketingcampagnes
D
Het uitvoeren van klantenenquêtes

Slide 44 - Quiz

Welke van de volgende eigenschappen is het minst belangrijk voor een procesoperator?
A
Nauwkeurigheid
B
Stressbestendigheid
C
Goede communicatieve vaardigheden
D
Artistieke vaardigheden

Slide 45 - Quiz

Wat is een DCS in de context van procesoperator werk?
A
Directe klantenservice
B
Data Communicatie Systeem
C
Distributie Controle Systeem
D
Dynamisch Controle Standaard

Slide 46 - Quiz