les 1 thema 4 km2c (di) vervalt, ziek geweest

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Terugblik doelen vorige week + voorbereiden toets.   
Start met thema 4.   
Opdrachten maken en toets leren.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Slide

Vorige les
Huiswerk af? (Controle).
Vraag B6: en afsluiting (nog lang niet overal af..) 3 (enkelvoud/meervoud) waren door veel mensen fout gemaakt.

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks nog even om uitleg.

Even kijken of Quayn werkt op jouw computer.

Slide 3 - Slide

De toets.
In quayn, even kijken of dat lukt op je computer.

Slide 4 - Slide

Thema 4
Voortplanting en seksualiteit.

Waarom "anders/spannender/vreemder" dan de andere thema's  en wat weet je al?

Slide 5 - Slide

Waarom is seksualiteit een lacherig / spannend onderwerp?

Slide 6 - Open question

Wat weet je al?
Andere woorden voor de gelachtsorganen en geslachtsgemeenschap.

Slide 7 - Slide

Welke woorden ken je voor Penis?

Slide 8 - Open question

Welke woorden ken je voor Vagina?

Slide 9 - Open question

Welke woorden ken je voor geslachtsgemeenschap?

Slide 10 - Open question

Een paar afspraken.
-Welke woorden gebruiken we?
-Privacy, gevoelens en respect, hoe gaan we daar mee om?
-Andere afspraken nodig?

Slide 11 - Slide

Wat wil je weten?

Slide 12 - Slide

leerdoelen basisstof 1 
-Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen. 
-Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven. 

Slide 13 - Slide

-Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen. 
Geslachtskenmerken zijn de verschillen tussen man en vrouw.
Primair is eerste (zijn er al bij de geboorte)
Secundair is tweede (ontstaan in de puberteit)
 

Slide 14 - Slide

-Je moet de lichamelijke, geestelijke en sociale veranderingen in de puberteit kunnen aangeven.
Lichamelijk: De secundaire geslachtskenmerken.
Geestelijk: Volwassen/onafhankelijk worden. Je krijgt seksuele gevoelens. (Denken)
Sociaal: Verandering in gedrag richting ouders, andere vriendengroep. (Doen)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je voorbereiden op de toets ademhaling.
-Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen.
-Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven. 
Kun je bereiken door:
-Te lezen/bestuderen thema 1.
-Af te maken alle opdrachten van thema 1.
-Uitleg te vragen als iets nog niet duidelijk is. 

-Te starten met 4.1
Eerst 5 minuten zelf in stilte, daarna mag je overleggen. 
Laatste 15 minuten afsluiten met 23 vragen over de toetsstof, dus sluit lessonup niet af maar zorg dat je dan klaar zit met je lessonup tabblad geopend.

Slide 17 - Slide

Welk cijfer denk je te halen voor de toets?

Slide 18 - Open question

Denk je dat je de extra (halve) punt er bij gaat krijgen?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Kaarsvet is een brandstof.
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Sigarettenrook is een mengsel van gassen en fijne teerdruppeltjes.
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Helder kalkwater is een indicator voor stikstof.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bladgroenkorrels zetten glucose om in koolstofdioxide en water.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bij de afbraak van glucose komt energie vrij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

In je lichaam vindt alleen overdag verbranding plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bekijk de afbeelding.

Op de plek van cijfer ① moet energie worden ingevuld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Stofwisseling is de omzetting van de ene stof in een andere stof.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bekijk de afbeelding.

Op de plek van cijfer ② moet koolstofdioxide worden ingevuld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bekijk de afbeelding.

De verbranding in je lichaam vindt alleen in gespecialiseerde cellen plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Lees de tekst en bekijk de afbeelding.

Door het rennen gaat het hart van het meisje sneller kloppen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Lees de tekst en bekijk de afbeelding.

Door het rennen vindt er in het lichaam van het meisje meer verbranding plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Lees de tekst en bekijk de afbeelding.

Tijdens het rustige lopen komt er in het lichaam van het meisje meer warmte vrij dan tijdens het rennen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

In uitgeademde lucht zit dezelfde hoeveelheid waterdamp als in ingeademde lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bij uitademing door middel van buikademhaling gaat de buikwand naar voren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Gaswisseling kan in de longblaasjes snel plaatsvinden doordat de wand van longblaasjes dun is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier een longblaasje met een longhaarvat schematisch getekend. Enkele plaatsen zijn aangegeven met nummers.

Welk nummer geeft de plaats aan waar ingeademde lucht het eerst terechtkomt?
A
Nummer 1.
B
Nummer 2.
C
Nummer 3.

Slide 37 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier een longblaasje met een longhaarvat schematisch getekend. Enkele plaatsen zijn aangegeven met nummers.

Bij welk nummer bevindt zich bloed dat rijk is aan zuurstof?
A
Nummer 1.
B
Nummer 2.
C
Nummer 3.

Slide 38 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier een longblaasje met een longhaarvat schematisch getekend. Enkele plaatsen zijn aangegeven met nummers.

Welke pijl geeft de richting aan waarin koolstofdioxide gaat, pijl P of pijl Q?
A
Pijl P
B
Pijl Q

Slide 39 - Quiz

Doordat je middenrifspieren zich plotseling samentrekken, hik je.

Wat gebeurt er op dat moment met het middenrif?
En stroomt er daardoor lucht de longen in of uit?
A
Het middenrif gaat naar beneden, waardoor lucht de longen in stroomt.
B
Het middenrif gaat naar beneden, waardoor lucht de longen uit stroomt.
C
Het middenrif gaat naar boven, waardoor lucht de longen in stroomt.
D
Het middenrif gaat naar boven, waardoor lucht de longen uit stroomt.

Slide 40 - Quiz

Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het produceren van slijm.
B
Het opvangen van stofdeeltjes en ziekteverwekkers.
C
Het opvangen van stofdeeltjes en ziekteverwekkers.
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte.

Slide 41 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Wanneer zij normaal rechtop staat gebruikt zij bij bepaalde adembewegingen minder energie dan in deze houding.

Welke adembewegingen kosten minder energie wanneer zij normaal rechtop staat en even vaak ademt dan in deze houding?

A
Inademing bij zowel de borst- als de buikademhaling.
B
Inademing bij de borstademhaling en uitademing bij de buikademhaling.
C
Uitademing bij de borstademhaling en inademing bij de buikademhaling.
D
Uitademing bij zowel de borst- als de buikademhaling.

Slide 42 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Wanneer zij normaal rechtop staat gebruikt zij bij bepaalde adembewegingen minder energie dan in deze houding.

Wat kan er direct na een volledige inademing met borstademhaling plaatsvinden? Er zijn twee antwoorden goed.

A
Inademing met borstademhaling.
B
Inademing met buikademhaling.
C
Uitademing met borstademhaling.
D
Uitademing met buikademhaling.

Slide 43 - Quiz

Ver genoeg gekomen met de opdrachten, alles af van thema 1?
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 44 - Slide