Als laatste:
Kies van de volgende rij 3 'smoesjes' die je zelf wel eens gebruikt om niet te hoeven leren/studeren (of bedenk er zelf een paar). Weerleg elk van deze smoesjes door aan te geven waarom dit een smoesje is en wat je kan veranderen om in die situatie wél aan de slag te gaan:
- Ik heb het altijd zo gedaan en steeds gehaald
- Ik kan alleen onder druk werken
- Ik mik op herkansingen
- Sociale contacten zijn ook belangrijk
- Eerst even nog .. en dan begin in echt
- Ik heb het druk met andere, belangrijkere dingen
OF