Leefstijl week 2, periode 2

Koolhydraten, Vetten en Eiwitten
Wat zijn het en waarom zijn ze zo belangrijk?
Weet wat je eet!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Koolhydraten, Vetten en Eiwitten
Wat zijn het en waarom zijn ze zo belangrijk?
Weet wat je eet!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Kennis vergroten van de verschillende macronutriënten
  • Oefenen met het lezen en vergelijken van verschillende etiketten van voedingsmiddelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
  • Theorie: Koolhydraten, Eiwitten & Vetten
  • Mini quiz
  • Etiketten vergelijken
  • Afsluiting: Vragenronde en evaluatie 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
Koolhydraten
Vetten

Koolhydraten

eiwitten
eiwitten

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Koolhydraten
  • Energiehuishouding
  • Handhaven bloedglucose gehalte
  • Hersenen & rode bloedcellen
  • Darmstelsel
  • Koolhydraten zijn dus essentieel voor het functioneren van het lichaam


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
  • Leveren per 1gram koolhydraten 4kcal
  • Enkelvoudige koolhydraten of snelle koolhydraten
  • Meervoudige koolhydraten of complexe koolhydraten
    OF
  • Verteerbare koolhydraten
  • Onverteerbare koolhydraten



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
  • Enkelvoudige koolhydraten = snel opneembaar
  • Glucose (druivensuiker)
  • Fructose (fruitsuiker)
  • Sacharose (riet/bietsuiker)
  • Lactose (melksuiker)
Glucose en Fructose geven een zoete smaak aan voedingsmiddelen
Let op: Lees op etiketten wat eindigt op –ose of – siroop/stroop een vorm van suiker is...



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
  • Enkelvoudige koolhydraten:
  • Tafelsuiker
  • Snoep
  • Koek
  • Fruit


Weinig andere voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen behalve fruit



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
Enkelvoudige koolhydraten = waarvan suikers op het etiket

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
  • Meervoudige of complexe koolhydraten
  • Ketens van enkelvoudige koolhydraten
  • Langere duur voordat ze worden opgenomen en omgezet worden in energie
  • Zorgen voor een langere en stabielere bloedglucose

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
Meervoudige koolhydraten
Volkorenproducten zoals:
  • Brood
  • Rijst
  • Pasta
  • Havermout
  • Aardappelen
  • Peulvruchten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
Verteerbare & Onverteerbare koolhydraten

  • Verteerbare koolhydraten: opgenomen door het lichaam zoals de enkel- en meervoudige koolhydraten
  • Onverteerbare koolhydraten:
  •  Leveren weinig tot geen energie
  •  Voedingsvezels (zorgen voor een goede darmwerking en spijsvertering)


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
  • Ontbijtgranen (granola, muesli, cruesli, havermout, brinta)
  • Brood of broodvervangers (crackers, rijstwafels etc)
  • Pasta
  • Rijstsoorten
  • Groente
  • Fruit

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Eiwitten
  • Bouwstoffen
  • Spieropbouw/ spierherstel na spierafbraak
  • Levering van energie en aminozuren (bouwstenen)
  • Noodzakelijk bestandsdeel van bloed, enzymen en sommige hormonen
  • Onderdeel van transport van vetten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Eiwitten
  • Leveren per 1 gram eiwitten 4kcal
  • Zorgen voor een langer verzadigt gevoel
  • Beperkt het verlies aan spierweefsel -> gunstig als je wilt afvallen, spieren verbruiken meer energie dan vet


Ongeveer 0,83gram per kilogram lichaamsgewicht voor niet sporter
Ongeveer 1,2-2gram per kilogram lichaamsgewicht voor sporters

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Eiwitten
Plantaardige bronnen:
  • Brood
  • Granen zoals volkoren pasta, couscous, havermout
  • Peulvruchten, zoals kikkererwten, bruine bonen, kidneybonen, sojabonen en linzen
  • Tofu en tempé
  • Noten

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Eiwitten
Dierlijke bronnen:
  • Vlees 
  • Vis 
  • Gevogelte, zoals kip
  • Melk(producten) 
  • Kaas
  • Eieren 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vetten
  • Energiehuishouding
  • Verlaagt de kans op hart-en vaatziekten
  • Leveren vitamines ( vit A, D, E & K) die in vet oplosbaar zijn
  • Belangrijk voor ogen, hersenen, afweersysteem, bescherming voor kou
  • Hormonen


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vetten
  • Leveren per 1 gram vet 9kcal 
  • Verzadigde & onverzadigde vetten


  • Ezelsbruggetje: 
  • Verzadigde vetten = V van verkeerd
  • Onverzadigde vetten = O van Oké 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vetten
Verzadigde Vetten

Ook wel “slechte” vetten genoemd
Verhoogd LDL cholesterol en daarmee de kans op hart- en vaatziekten

Dierlijke producten: zoals vlees (worst/spek), melk (volle producten)
 en volvette kaas (48+, roomkaas)
Plantaardige vetten zoals olie (palmolie, kokosolie) en noten
Harde margarine en bak- en braadvet in wikkel
Producten waarin het als het ware verborgen is zoals koekjes, gebak, snacks en zoutjes.
Room (sauzen)


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vetten
  • Onverzadigde vetten
  • Ook wel goede vetten genoemd
  • Verlaagd het risico op hart- en vaatziekten

  • Essentiele vetzuren: kan het lichaam niet zelf aanmaken
  •  Omega 3 en Omega 6 vetzuren zoals uit vette vis (haring, zalm), zonnebloemolie, avocado en noten.
  • Niet- essentiële vetzuren: kan het lichaam wel zelf aanmaken
  •  Omega 9 zoals olijfolie



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vetten
Onverzadigde vetten
  • Plantaardige margarine en halvarine
  • Vloeibaar bak- en braadvet
  • Vloeibaar frituurvet
  • Mayonaise en fritessaus
  • Noten
  • Zaden
  • Vette vis (zalm, makreel)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vetten
Transvetten
  • Slecht voor de gezondheid
  • Verhoogt risico op hart- en vaatziekten
  • Komt voor in de harde vetten zoals gebak, koek, harde margarines gebak en snacks


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Even terug naar de functie van voedingsstoffen
Bouwstoffen: 
          voor groei, ontwikkeling en herstel van cellen
Brandstoffen: 
           energie leveren
Reservestoffen: 
            opslag
Beschermende stoffen: 
            tegen ziektes

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke vetten zijn het beste?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten
C
Geen vetten
D
Allebei

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke olie is het beste om in te bakken?
A
Vloeibare magarine
B
Harde magarine
C
Plantaardige olie bijvoorbeeld olijfolie
D
Frituurvet

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk soort koolhydraat kan ik het beste nemen als ik een uur intensief gesport heb?

A
Snelle koolhydraat
B
Complexe koolhydraat
C
Onverteerbare koolhydraat

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

In welke macronutriënt zitten de meeste kilocalorieën?

A
Vetten
B
Koolhydraten
C
Eiwitten

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Zet op volgorde van hoeveelheid eiwitten per 100gr van hoog naar laag
Ongezouten noten, aardappelen, kwark

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Omega 3 en Omega 6 kan het lichaam zelf aanmaken

Juist
Onjuist

Slide 30 - Poll

This item has no instructions

Wat is de belangrijkste functie van eiwitten?

A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Levering van vitamines

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor soort koolhydraat is fruitsuiker?

A
Meervoudige of complexe koolhydraat
B
Onverteerbare koolhydraat
C
Eenvoudige of snelle koolhydraat

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Etiketten lezen
Wat lees ik op de etiketten er 100mg/ml?
  • Aantal calorieën
  • Aantal koolhydraten
  • En waarvan suikers
  • Aantal eiwitten
  • Aantal vetten
  • En waarvan verzadigd
  • Vezels






Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie

Slide 35 - Slide

Docent:

De gehele les evalueren 
Vragen

Slide 36 - Slide

Docent:

De gehele les evalueren