Formatieve toets Arm en rijk

Formatieve toets Arm en rijk 

1 / 50
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Formatieve toets Arm en rijk 

Slide 1 - Slide

Gaat deze bevolkingsdiagram over Nigeria of de Verenigde Staten?
A
Nigeria
B
Verenigde Staten

Slide 2 - Quiz

Welk begrip hoort wel bij de Verenigde Staten en niet bij Nigeria?
A
een hoge zuigelingensterfte
B
een lage levensverwachting
C
ontgroening
D
veel mensen onder de armoedegrens

Slide 3 - Quiz

De zuigelingensterfte in Nederland is gedaald. Welke invloed zal deze ontwikkeling gehad hebben op de gemiddelde levensverwachting?

Slide 4 - Open question

In sommige oude woonwijken verslechtert de woonsituatie.
Steeds meer huizen verkrotten, er wordt niets meer aan herstel gedaan waardoor mensen met een wat hoger inkomen verhuizen.
Hoe noem je deze ontwikkeling?
A
gentrificatie
B
sanering
C
verpaupering
D
woningverdunning

Slide 5 - Quiz

Als kinderen in Nigeria te weinig eten hebben dan hebben ze...
A
Kwantitatieve honger
B
kwalitatieve honger

Slide 6 - Quiz

Een verband tussen renovatie en gentrificatie
Renovatie kan leiden tot gentrificatie.
Leg dit uit.

Slide 7 - Open question

Regionale ongelijkheid in Nigeria
Nigeria was tot 1960 een Britse kolonie.
Leg uit dat de regionale ongelijkheid mede een gevolg is van de Britse overheersing.

Slide 8 - Open question

Noem het begrip
Noem het begrip dat het beste past bij de volgende omschrijving: ‘Als rijke en arme mensen gescheiden in aparte wijken wonen’.

Slide 9 - Open question

Landbouw in Nigeria
De meerderheid van de Nigeriaanse beroepsbevolking werkt in de landbouw.
Leg uit waarom het land toch te maken heeft met voedselonzekerheid.

Slide 10 - Open question

Leg uit wat dumping is en waardoor dumping een probleem is voor boeren in Nigeria.

Slide 11 - Open question

Noem het begrip dat het beste past bij de volgende omschrijving: ‘Handel waarbij de producenten een eerlijke prijs voor hun inspanningen krijgen’

Slide 12 - Open question

Noem het begrip
Noem het begrip dat het beste past bij de volgende omschrijving: 'proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden'

Slide 13 - Open question

Welk begrip van A t/m D
hoort er niet bij?
A
Ondervoeding
B
Overvoeding
C
Kwalitatieve honger
D
Kwantitatieve honger

Slide 14 - Quiz

Bij kwantitatieve honger is er wel voldoende voedsel, maar dan zitten er te weinig vitaminen en mineralen in die je lichaam nodig heeft.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Horen de volgende kenmerken bij het noorden van Nigeria of bij het zuiden?
'De levensverwachting is er hoger'
A
noorden
B
zuiden

Slide 16 - Quiz

Horen de volgende kenmerken bij het noorden van Nigeria of bij het zuiden?
'Mensen lijden onder gewelddadige conflicten'
A
noorden
B
zuiden

Slide 17 - Quiz

Horen de volgende kenmerken bij het noorden van Nigeria of bij het zuiden?
'Tot 1960 investeerden de Britten hier veel geld'
A
noorden
B
zuiden

Slide 18 - Quiz

Leg uit waarom food desserts bijdragen aan kwalitatieve honger.

Slide 19 - Open question

Hoe noem je een situatie waarbij er voldoende te eten is?

Slide 20 - Open question

Gaat de zin over kwantitatieve honger of over kwalitatieve honger?
'Als je onvoldoende calorieën binnen krijgt'
A
kwantitatieve honger
B
kwalitatieve honger

Slide 21 - Quiz

Gaat de zin over kwantitatieve honger of over kwalitatieve honger?
'Als je te eenzijdig eet'
A
kwantitatieve honger
B
kwalitatieve honger

Slide 22 - Quiz

Gaat de zin over kwantitatieve honger of over kwalitatieve honger?
'Als je te weinig eet'
A
kwantitatieve honger
B
kwalitatieve honger

Slide 23 - Quiz

Gaat de zin over kwantitatieve honger of over kwalitatieve honger?
'Als je te weinig vitamines binnen krijgt'
A
kwantitatieve honger
B
kwalitatieve honger

Slide 24 - Quiz

Is het onderstaande product een voedselgewassen of handelsgewassen?
'Katoen'
A
handelsgewas
B
voedselgewas

Slide 25 - Quiz

Is het onderstaande product een voedselgewassen of handelsgewassen?
'Rubber'
A
handelsgewas
B
voedselgewas

Slide 26 - Quiz

Is het onderstaande product een voedselgewassen of handelsgewassen?
'Rijst'
A
handelsgewas
B
voedselgewas

Slide 27 - Quiz

Wat is de betekenis van het begrip globalisering?
A
De verkoop van gesubsidieerde voedseloverschotten onder de kostprijs op de wereldmarkt.
B
Handel waarbij de producenten een eerlijke prijs voor hun inspanningen krijgen.
C
Plantaardige voedselsoorten die in een land zelf verbouwd worden.
D
Proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden.

Slide 28 - Quiz

Is de stelling juist of onjuist.
'De armoede treft vaak Afro-Amerikanen en Latijns-Amerikanen'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

In het noorden van Nigeria is er een tekort aan artsen en klinieken
A
interne factoren
B
externe factoren

Slide 30 - Quiz

Tom heeft op zijn reis naar Zuidoost-Azië malaria opgelopen. Dit is een ...
A
armoedegerelateerde ziekte
B
omgevingsgerelateerde ziekte

Slide 31 - Quiz

Handelsbelemmering is bescherming van de eigen producten door het heffen van belasting op buitenlandse producten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Hieronder staan kenmerken van woningbouw. Zet voor deze kenmerken cijfers, zodat de juiste volgorde van oorzaak en gevolg ontstaat.

1. verpaupering van wijk (probleemwijk)
2. renovatie en/of sanering mogelijk.
3. opgeknapt tot prachtwijk.
4. de overheid geeft geld (subsidies)
A
1 > 4 > 2 > 3
B
1 > 3 > 2 > 4
C
1 > 2 > 4 > 3
D
1 > 4 > 3 > 2

Slide 33 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in.
In Nigeria is de arbeidsproductiviteit ..........................in vergelijking met de VS
A
hoger
B
lager
C
hetzelfde

Slide 34 - Quiz

Wat hoort er niet bij Human Development Index?
A
Levensverwachting
B
Koopkracht
C
Onderwijs
D
Voedsel

Slide 35 - Quiz

Waar of niet waar
In Nigeria zijn er meer welvaartsziekten dan in de VS
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Wat gebeurt er door ontgroening en vergrijzing?
A
Er komen relatief meer jonge mensen bij.
B
Er komen relatief meer oude mensen bij.

Slide 37 - Quiz

Een nadeel van dumping voor Nigeria is...
A
de bevolking kan de voorraden bijna nooit bereiken door importbelemmeringen
B
de eigen boeren kunnen hun producten niet meer kwijt en hebben geen inkomsten meer
C
dat de Nigeriaanse bevolking te veel voedsel krijgt
D
dat de boeren goed kunnen concurreren en meer geld verdienen

Slide 38 - Quiz


Lees onderstaande zinnen maak voor elke zin de juiste keuze.
1. In Nigeria is het aantal inwoners per arts hoger / lager dan in de Verenigde Staten.

2. Dat wil zeggen dat een Nigeriaanse arts meer / minder patiënten heeft dan een Amerikaanse arts.
A
1. hoger, 2. meer
B
1. hoger, 2. minder
C
1. lager, 2. meer
D
1. lager, 2. minder

Slide 39 - Quiz

Ongewenste verschillen in inkomen en ontwikkelingskansen tussen groepen mensen noem je ...
A
sociale ongelijkheid
B
regionale ongelijkheid

Slide 40 - Quiz

Migranten die in ontwikkelingslanden van het platteland naar de stad verhuizen werken in de stad vooral in de informele sector.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Wat past bij gentrificatie?
A
Het bouwen van een nieuwe woonwijk.
B
Het afbreken van vervallen woonwijken
C
Het opknappen van vervallen woonwijken

Slide 42 - Quiz

Wat is een nadeel van gentrificatie?
A
De veiligheid in een wijk gaat achteruit
B
Het aantal voorzieningen neemt toe in een wijk
C
De oorspronkelijke bewoners kunnen de huur niet meer betalen
D
Huizen worden opgeknapt door rijke bewoners

Slide 43 - Quiz

Nederlandse kinderen groeien onder andere omstandigheden op dan kinderen in Nigeria. Welke van de onderstaande uitspraken zijn kenmerken die alleen bij Nigeria horen (en dus niet bij Nederland)?

1 Er is voedselonzekerheid als de regens uitblijven.
2 Er worden voedseloverschotten gedumpt in het buitenland.
3 Er zijn veel mensen die geen toegang hebben tot veilig water.
4 Heeft in het zuiden een hoger brp/pp dan in het noorden.
5 Heeft veel mensen die in de industrie werken.

A
uitspraak 1, 3 en 4
B
uitspraak 1, 2 en 5
C
uitspraak 3, 4 en 5
D
uitspraak 3, 4 en 5

Slide 44 - Quiz

Welke drie moderne risico’s kunnen leiden tot welvaartsziekten?
1. Alcohol
2. Beperkte sanitaire voorzieningen
3. Geen geld voor voedsel
4. Geen geld voor medicijnen
5. Onveilig water
6. Roken
7. Te veel en te vet eten

A
1, 4 en 6
B
1, 6 en 7
C
5, 6 en 7
D
2, 3 en 7

Slide 45 - Quiz

Welke binnenlandse oorzaken zijn medeverantwoordelijk voor de geringe voedsel- productie van de Nigeriaanse landbouw? Kies uit:

1. zwak bestuur
2. binnenlandse strijd
3. traditionele ‘ouderwetse’ landbouw
4. dumping
5. het gedrag van de elite
6. de zwakke positie in de wereldlandbouw
A
1, 2, 3 en 5
B
2, 4, 5 en 6
C
1, 2, 4 en 5
D
1, 3, 4 en 5

Slide 46 - Quiz

De meeste arme boeren in Nigeria verbouwen vooral (1) handelsgewassen / voedselgewassen.
Vaak durven ze niet over te schakelen op commerciële landbouw uit vrees voor de (2) exportsubsidies / importsubsidies van de rijke landen.

Wat hoort bij de cijfers 1 en 2 te staan?
A
1. handelsgewassen, 2. exportsubsidies
B
1. handelsgewassen, 2. importsubsidies
C
1. voedselgewassen, 2. exportsubsidies
D
1. voedselgewassen, 2. importsubsidies.

Slide 47 - Quiz

Beoordeel de volgende stellingen:

I. Armoede-gerelateerde ziekten spelen in Nigeria een kleinere rol dan welvaartsziekten.

II. De gemiddelde levensverwachting staat los van de hoogte van het zuigelingensterftecijfer.
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 48 - Quiz

Bekijk de tabel die bij deze opdracht hoort. Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?

I. De zuidelijke staten van Nigeria, waar olie gevonden wordt, zijn het meest welvarend.

II. Mensen zonder opleiding, vaak wonend op het platteland in het noorden, delen niet mee in de opbrengsten van de oliewinning.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist

Slide 49 - Quiz

In sommige Afrikaanse landen stelt de regering goedkope medicijnen beschikbaar om malaria bij jonge kinderen te bestrijden. Deze medicijnen kosten bijvoorbeeld 0,50 eurocent per week. Het succes van deze aanpak valt vaak tegen.

Hoe kan dat verklaard worden?
A
In de tropen bederven deze medicijnen snel
B
Veel mensen vertrouwen de regering niet.
C
De medicijnen zijn voor veel mensen te duur.
D
Bij de medicijnen zit een gebruiksaanwijzing, maar veel mensen kunnen niet lezen of schrijven.

Slide 50 - Quiz