B1: Chemie in cellen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Basisstof 1: Chemie in cellen

Thema 3 - Stofwisseling in de cel

Stofwisseling

Het vermogen van een organisme om stoffen om te zetten.

Bijv: glucose --> zetmeel/glycogeen

water + CO2 (+licht) --> glucose + zuurstof

aminozuren --> eiwitten

glucose + zuurstof --> water + CO2 (+ energie)

Leerdoelen:

• je maakt kennis met het nieuwe hoofdstuk
• je kunt de begrippen stofwisseling, assimilatie, dissimilatie omschrijven
• je weet wat er bij deze reacties met de energie gebeurt
  

Nieuwe termen:

metabolisme - chemische energie - assimilatie -

dissimilatie - voortgezette assimilatie - energiedrager - 

fosforylering

Beantwoord de volgende vragen:

1. Welk proces is in het lichaam van Kipchoge dominant: dissimilatie of assimilatie
   
2. Waar zat de brandstof om 42 km lang te kunnen lopen? 


3. Waarom gaan de ademhalingsfrequentie en de hartslag tijdens het hardlopen omhoog? 
4. Zal hij de dag erna spierpijn hebben? 

B1: Chemie in cellen

Metabolisme

• Waar vindt koolstofassimilatie / fotosynthese plaats in plantencellen? 
• Waar vindt dissimilatie plaats in cellen? 

Fotosynthese vindt plaats in...
Dissimilatie vindt plaats in...

Organisch en anorganisch

* groot

* bevat C, H, O

* ontstaan uit assimilatie

* klein

* 

Wat zijn de kenmerken van (an)organische stoffen?

Organisch

Anorganisch

CO2

Glucose

Eiwit

N2

H2O

DNA

Zetmeel

Wat is ook alweer autotroof en heterotroof?

1. gebruikt CO2 en stoot het niet uit/verbruikt geen CO2 en stoot wel uit
2. kan uit organische stoffen energie halen/kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
3. kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken/kan dat niet
4. heeft geen zuurstof nodig/heeft wel zuurstof nodig

B1: Chemie in cellen

Energierijke organische stoffen

• Voor het opbouwen van organische stoffen is energie nodig
• Bij het afbreken komt energie vrij

Stofwisseling

Assimilatie

Dissimilatie

Kost energie

Levert energie

Grote moleculen naar kleine

Kleine moleculen naar grote

Opbouw

Afbraak

Verbranding

Fotosynthese

Wat gebeurt er met het gewicht van een individu waarbij in de cellen meer assimilatie dan dissimilatie plaats vindt?

1. gewicht neemt toe
2. gewicht blijft gelijk
3. gewicht neemt af
4. ik heb geen idee ....

Beantwoord de volgende vragen:

1. Wat is het verschil tussen organische en anorganische stoffen? Wat is het verschil tussen assimilatie en dissimilatie?
   
2. Wat is chemische energie? Waar kun je die vinden? 

Maak opdrachten 1 t/m 3 van bs 1

B1: Chemie in cellen

Energiedragers

• Cellen hebben voor allerlei processen energie nodig
• ATP transporteert chemische energie
• AdenosineTriFosfaat
• Bestaat uit adenosine en drie fosfaatgroepen
• Ontstaat bij fotosynthese en dissimilatie

de vorming van ATP

functie ATP: energiedrager

ATP als 'oplaadbare batterij'

ATP is de universele energieleverancier

Noem 3 organische stoffen

Gebruik BINAS 67L
Van welke dragermoleculen is AMP een bestanddeel?

1. NADH+
2. NADPH,H+
3. NADH,H+
4. NADPH+

Heterotrofe organismen doen ook aan C-assimilatie

1. goed
2. fout

Leerdoelen

• Je kunt omschrijven wat stofwisseling, dissimilatie en assimilatie zijn
• Je kunt omschrijven wat er bij deze reacties met de energie in de cel gebeurt

Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Ik heb de leerdoelen van basisstof 1 onder de knie

😒🙁😐🙂😃

Wat vind je lastig/moeilijk?