Congruentie en inversie

Congruentie en inversie
Doel: Je kent de begrippen congruentie en inversie en je kunt deze uitleggen.
Je kunt congruentie en inversie herkennen.
Eventuele foutieve zinnen kun je verbeteren.
Congruentie = overeenkomst tussen de persoonsvorm (persoon en getal) en het onderwerp in de zin.  (Ik loop)
Inversie = als het onderwerp achter de persoonsvorm staat: een andere zinsvolgorde dan het "normale" onderwerp vóór de persoonsvorm. (Loop ik?)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Congruentie en inversie
Doel: Je kent de begrippen congruentie en inversie en je kunt deze uitleggen.
Je kunt congruentie en inversie herkennen.
Eventuele foutieve zinnen kun je verbeteren.
Congruentie = overeenkomst tussen de persoonsvorm (persoon en getal) en het onderwerp in de zin.  (Ik loop)
Inversie = als het onderwerp achter de persoonsvorm staat: een andere zinsvolgorde dan het "normale" onderwerp vóór de persoonsvorm. (Loop ik?)

Slide 1 - Slide

Aantekening: congruentie
Enkelvoudig onderwerp > enkelvoudige persoonsvorm, bijvoorbeeld De jongen zwaait. 
Meervoudig onderwerp > meervoudige persoonsvorm, bijvoorbeeld De jongens zwaaien.              

 

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm: Goed of fout?
''Een hoop leerlingen hebben een voldoende voor hun toets.''
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

Fout, want:
''Een hoop leerlingen hebben''
Een hoop = enkelvoud
--> Een hoop (...) heeft

Slide 4 - Slide

Op de heuvel loopt een kudde bruine schapen rustig te grazen.
A
Fout
B
Goed

Slide 5 - Quiz

Hebben de politie te weinig personeel om kleine inbraken op te lossen?
A
Fout
B
Goed

Slide 6 - Quiz

Gisteren bezochten een klas bruggers de oude molen bij Windesheim.
A
Fout
B
Goed

Slide 7 - Quiz

Congruentie
Wat is dat? 
PV en O = zelfde getal (ev / mv) + zelfde persoon (1e, 2e 3e) 

*Ik zijn jarig. 
ik ben jarig of wij zijn jarig
Niet zo moeilijk
Moeilijker:
Die groep bejaarden loopt/lopen altijd erg langzaam?

Slide 8 - Slide

lastige gevallen (1.)
Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en een meervoudige nabepaling richt de pv zich naar de kern. 

De groep betogers wandelde/wandelden van het Malieveld naar het Binnenhof. 
De groep = e.v.; er is één groep betogers. 

Slide 9 - Slide

lastige gevallen (2.)
Als het onderwerp een verzamelnaam is die uit meerdere personen bestaat, is de persoonsvorm enkelvoudig. 
De jeugd van tegenwoordig is zo gek nog niet.
De jeugd --> er is/zijn één jeugd (al bestaat die uit meerdere jongeren)
De bemanning --> Onze bemanning bestaat/bestaan uit mannen en vrouwen

Slide 10 - Slide

lastige gevallen (3.)
In de constructie één van de (1) + meervoudig woord (2)+ die (3) volgt in een bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsvorm

Één van de (1) Rotterdammers (2) die (3) naar Australië emigreerde/emigreerden, was mijn vader. 

Slide 11 - Slide

lastige gevallen (4.)
Bij meervoudige titels van boeken, films enzovoort volgt een enkelvoudige persoonsvorm. 

Freedom writers is/zijn een bijzondere en aangrijpende film. 
Freedom writers = mv (writers). Maar het gaat om één film!

Slide 12 - Slide

lastige gevallen (5.)
Na een rekeneenheid volgt een enkelvoudige persoonsvorm 

Rekeneenheid: liter, kilometer, procent, kilo, euro, joule, mol

Twee liter water is/zijn heel veel voor iemand die weinig drinkt.

Slide 13 - Slide

Gisteren ... een klas bruggers De Kuip
A
bezocht
B
bezochten

Slide 14 - Quiz

Bijna tachtig procent van de Nederlanders ... zich gelukkig.
A
noemt
B
noemen

Slide 15 - Quiz

Een aantal leerlingen ... altijd te laat.
A
komt
B
komen

Slide 16 - Quiz

Wist jij dat deze groep anti-vaxers voor veel rellen tegen het corona-beleid verantwoordelijk ... ?
A
is
B
zijn

Slide 17 - Quiz

Inversie
De meeste zinnen hebben een zgn. OPA-constructie:
onderwerp - persoonsvorm - ander zinsdeel
Ik loop elke dag een rondje in het Vroesenpark. 


Tijdens Nieuwjaar schenken veel cafés alcohol aan minderjarigen. 
bwb - persoonsvorm - onderwerp - lv - mv
inversie


Slide 18 - Slide

Inversie
In veel zinnen staat het onderwerp op de eerste plaats in de zin, vóór de persoonsvorm: (OP)
– Iedereen (ow) / verlangt (pv) / naar het einde van de lockdown.
Als in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat, heet dat inversie (PO). Op de eerste plaats van de zin staat dan de persoonsvorm of een ander zinsdeel:
– Naar het einde van de lockdown / verlangt (pv) / iedereen (ow).

Slide 19 - Slide

Inversie of niet?
Op zondag maken mijn ouders een rondje in de cabrio.
A
Inversie
B
Geen inversie

Slide 20 - Quiz

Wie heeft Xavier die mooie verzameling postzegels eigenlijk gegeven?
A
inversie
B
geen inversie
C
niet te bepalen

Slide 21 - Quiz

De finale van Wie is de mol ga ik zeker kijken.
A
Geen inversie
B
Inversie

Slide 22 - Quiz

Tegenwoordig ... op alle dancefeesten allerlei synthetische drugs te koop.
A
is
B
zijn

Slide 23 - Quiz