Lezen H1.3: Les 1: Tekstverbanden en leesstrategieën

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek/schrift
  • je leesboek
  • klascode pwxhp
De les start en je bent stil:
timer
1:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek/schrift
  • je leesboek
  • klascode pwxhp
De les start en je bent stil:
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Planning
  • Stil lezen
  • Starten paragraaf 1.3: Lezen
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

timer
7:00
Tim van Duren
Luke van der Tuin
Keuze boek

Slide 3 - Slide

Doelen: 1.3 Lezen
Ik kan :
– de leesstrategieën toepassen
– tekstverbanden herkennen 
– tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen benoemen;
– titel(s) herkennen en onderwerp benoemen;
– hoofdgedachte benoemen;


Slide 4 - Slide

Doelen
Ik kan :
– de leesstrategieën: verkennend, nauwkeurig, zoekend en                studerend lezen toepassen
– tekstverbanden: opsommend, tijdsvolgorde,tegenstellend,            uitleggend, redengevend, concluderend en vergelijkend                  tekstverband herkennen 


Slide 5 - Slide

Aan de slag
  • We gaan in 7 groepjes van 4 leerlingen werken.
  • Vul allemaal alle antwoorden in van 1.3 opdracht 1 (pagina 21).
  • Je vult het in in je leerwerkboek (dus niet digitaal).
  • Daarna bespreken we de antwoorden klassikaal.
  • Geen muziek luisteren bij dit werkmoment.
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Opdracht 1
1 Je leest in je agenda welke stof je moet leren voor een proefwerk. Je leest zoekend. WAAR
2 Elke alinea gaat over een ander deelonderwerp. NIET WAAR
3 Ondertussen is een voorbeeld van een opsommend tekstverband. NIET WAAR
4 Met andere woorden is een voorbeeld van een uitleggend tekstverband. WAAR
5 Naar de titel en de inleiding.
6 Een alinea bestaat meestal uit een kernzin met een uitleg of uitwerking.
7 In een betogende tekst.
8 Aan signaalwoorden; die geven het tekstverband aan tussen twee zinnen of twee alinea’s.
9 Een verwijswoord verwijst naar iets wat eerder genoemd is of nog moet komen.

Slide 7 - Slide

Opdracht 1
10 De volgende drie stappen:
- Stap 1: Kijk of je de tekst begrijpt zonder dat je het woord kent.
- Stap 2: Kijk of je de betekenis kunt afleiden uit de context: staat er een omschrijving, voorbeeld of synoniem van het woord? Vind je in de tekst een aanwijzing over de betekenis van het woord?
- Stap 3: Zo nee, zoek het woord op in een woordenboek of vraag het aan iemand.
Hoeveel hadden jullie er goed?

Slide 8 - Slide

Leesstrategieën (p. 22)
Verkennend lezen: Het lezen van de titel, de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea en de bronvermelding om een eerste indruk te krijgen van een tekst. + de eerste zin van alle alinea's tussen inleiding en slot (nieuw)

Nauwkeurig lezen: Een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen.
Zoekend lezen: In een tekst zoeken naar het antwoord op een vraag.
Studerend lezen: Een tekst lezen om de informatie te onthouden.


Slide 9 - Slide

Tekstverbanden (p. 23)
Opsommend: "Hij houdt van appels, peren en ook van bananen."
Tijdsvolgorde: "Elske trok haar jas aan voordat ze naar school ging."
Tegenstellend: "Jana studeert in Groningen, maar woont nog bij haar ouders in Venlo."
Uitleggend: "De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5."

Slide 10 - Slide

Tekstverbanden (2)
Redengevend: Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
Concluderend:  Het is dus belangrijk om regelmatig het huiswerk te controleren.
NIEUW: Vergelijkend: Mijn vader heeft bijna net zo'n lange baard als Sinterklaas. 

Slide 11 - Slide

even oefenen

Slide 12 - Slide

Opsommend verband
Tijdsvolgorde
Tegenstellend verband
Uitleggend verband
Concluderend verband
Vergelijkend verband
Redengevend verband
Bijvoorbeeld
Dus
Ten slotte
Maar
Daarna
Omdat
Zoals
Daarentegen
Daarom
Verder

Slide 13 - Drag question


Elske trok haar regenjas aan voordat ze naar school vertrok. 
A
Opsommend
B
Tijdsvolgorde (chronologisch)
C
Concluderend
D
Vergelijkend

Slide 14 - Quiz


 Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.
A
Opsommend
B
Uitleggend
C
Tegenstellend
D
Vergelijkend

Slide 15 - Quiz


We hebben Jan de Ried aangenomen vanwege zijn kennis van de markt. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.
A
Opsommend
B
Vergelijkend
C
Uitleggend
D
Concluderend

Slide 16 - Quiz


Water is goed voor het menselijk lichaam. Het is dus zeer belangrijk om elke dag veel water te drinken.
A
Tijdsvolgorde
B
Uitleggend
C
Redengevend
D
Concluderend

Slide 17 - Quiz


Net als bij Nederlands is het bij Engels belangrijk dat je verbanden in een tekst kunt herkennen.
A
Tijdsvolgorde
B
Tegenstellend
C
Redengevend
D
Vergelijkend

Slide 18 - Quiz

Werkmoment
Maken: 1.3 opdracht 2, 3, 4, 6, 7 en 8 (digitaal/boek)
- Je  mag samenwerken, op fluistertoon.
- Je mag muziek luisteren.
- Vragen? Probeer eruit te komen met je buur. Steek anders je hand op.
- Klaar? Lees je boek of werk aan de boekopdracht.

Slide 19 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk volgende les staat in Magister.
  • We gaan verder met 1.3 Lezen.

Slide 20 - Slide