Week 27 - toets Meer dan lezen en start werkwoordspelling

Week 27 - toets Meer dan lezen en start werkwoordspelling
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 27 - toets Meer dan lezen en start werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Welkom th1a!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 











maandag 30 september 2024
Maandag 3 maart 2025

Slide 2 - Slide

Planning van deze les :

  • Maken proefwerk Meer dan lezen, §3 en §4Taalvoutje van de week
  • Lezen in je leesboek

Slide 3 - Slide

Taalvoutje/woordgrap van de week

Slide 4 - Slide

Proefwerk maken
WAT?            Je maakt het proefwerk over cursus Meer dan lezen - §3 Hoofdgedachte en §4 Tekstdoelen en tekstsoorten.

HOE?
            Antwoorden invullen op je antwoordblad. 
                        Niet op je toets schrijven!
                        Geen vragen over de toets.
TIJD               45 minuten. 
KLAAR?        Ga lezen in je leesboek. Geen laptops!
                         



KLAAR?           


Slide 5 - Slide

Volgende les woensdag 5 maart
We gaan starten met werkwoordspelling. Daarvoor krijg je een entreetoets (geen cijfer).


Slide 6 - Slide

Welkom th1a!
Ga lekker zitten en pak je spullen: 
 - je schrift en pen;
  - je leesboek:
 - je leerwerkboek Nieuw Nederlands
 
Je laptop blijft nog dicht. 










maandag 30 september 2024
Woensdag 5 maart 2025

Slide 7 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Aan het einde van deze periode:
  • kun je alle werkwoorden correct spellen.


Leerdoelen, aan het einde van deze les:
  • kun je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
  • kun je het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord benoemen.  
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek - 10 min 
  • planning werkwoordspelling
  • entreetoets maken - 20 min.
  • 5 min pauze
  • theorie persoonsvorm t.t. en sterke en zwakke werkwoorden.
  • zelf aan de slag

Slide 9 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
blz. 238 in Nieuw Nederlands
Wat is de persoonsvorm ook al weer?
Voorbeeld persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Bij spelling van de persoonsvorm ga je uit van de ik-vorm, het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ik komt te staan

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Ik-vorm: ik loop -  loop jij? 
Ik-vorm + t: jij loopt - hij/zij loopt
Hele werkwoord: wij lopen - jullie lopen - zij lopen



Het schema werkwoordspelling vind je op blz. 278.



Slide 11 - Slide

Goed of fout? (denk aan het werkwoord lopen)
  • Het gebeurd weer!
  • Wat vind je van Facebook?
  • Hij vind het maar stom.
  • Zij dromen van een wereldreis
  • Verhuist je naar Amsterdam?

Slide 12 - Slide

Sterke en zwakke werkwoorden
Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?
  • lopen - liepen       fietsen - fietsten   luisteren - luisterden

Sterke werkwoorden - veranderen in de verleden tijd van klank
Zwakke werkwoorden - veranderen in de verleden tijd niet van klank, maar eindigen op -de(n) of te(n).  '-> gebruik t sexy fokschaap

Slide 13 - Slide

't sexy fokschaap

bij zwakke werkwoorden in de verleden tijd.

Slide 14 - Slide