1kt lastige ww verleden tijd

Donderdag 8 april 

Onderwerp van de les: zwakke werkwoorden in de verleden tijd
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Donderdag 8 april 

Onderwerp van de les: zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 1 - Slide

Periode 4: spelling & grammatica


De komende twee maanden zijn we hier mee bezig:
Les 36, 37, 38, 44, 45, 46 , 52, 53, 54, 60, 61, 62, 68, 69, 70, 76, 77, 78.

Tussen deze lessen door leggen we ook in de lessen de focus op begrijpend lezen, wat ik dan zal koppelen aan schrijfoefeningen. 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen:
  • Les 38: hoe schrijf je zwakke werkwoorden?
  • Eerst een kort filmpje. Weten jullie nog wat zwakke werkwoorden zijn??
  • Quizzz
  • Uitleg 'zwakke werkwoorden schrijven'
  • Jullie gaan zelf aan het werk
  • Lesafsluiting

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Een zwak werkwoord kan..
A
veranderen in de verleden tijd
B
niet veranderen in de verleden tijd

Slide 5 - Quiz

Is
LACHEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Is
KOPEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Is
RENNEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Kies de optie met 3 zwakke werkwoorden
A
fietsen, lopen, joggen
B
rennen, fietsen, zwemmen
C
zwemmen, fietsen, joggen
D
rennen, fietsen, joggen

Slide 10 - Quiz

Een zwak werkwoord...
A
krijgt in de verleden tijd +te(n) of +de(n)
B
krijgt in de tegenwoordige tijd +te(n) of +de(n)

Slide 11 - Quiz

Zwakke werkwoorden zijn soms lastig om te schrijven

In de verleden tijd krijgt het werkwoord in de ik-vorm altijd -de of -te

Ik woon - ik woonde
Ik huil - ik huilde
ik pak - ik pakte

Als het werkwoord in de ik-vorm al op -t of -d eindigt, komt er dubbel -dde of -tte
Ik praat - ik praatte
Ik dood - ik doodde
Ik raad - ik raadde

Slide 12 - Slide

Dus: hoe schrijf je zwakke werkwoorden in de verleden tijd?
Je pakt de ik-vorm van het hele werkwoord
Je schrijft er -te of -de achter
Ook als de ik-vorm al op -t of -d eindigt. 

Oefening: het werkwoord antwoorden. 
Hoe schrijf je de verleden tijd?
Ik.....
hij.....
jij.....

Slide 13 - Slide

Dus: hoe schrijf je zwakke werkwoorden in de verleden tijd?
 Oefening: het werkwoord antwoorden. 
Hoe schrijf je de verleden tijd?
Ik antwoordde
hij antwoordde
jij antwoordde

Slide 14 - Slide

Opdrachten maken - 1KT en 1TH
Maak de opdrachten van H5, taalverzorging - de verleden tijd van zwakke werkwoorden

Maak dit in je schrift
Dinsdag 13 april is dit af.


Slide 15 - Slide

Lesafsluiting


FIJNE DAG ALLEMAAL!

Slide 16 - Slide