Voeding en vertering (herhaling)

Thema 4: Voeding en vertering
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4: Voeding en vertering

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat voor effect bacteriën en schimmels hebben op voedsel
  • Je kunt uitleggen wat enzymen doen
  • Je kunt verschillende vormen van conserveren benoemen

Slide 2 - Slide

Voedselproductie: bacteriën en schimmels
Bacteriën: yoghurt, kaas en zuurkool

Schimmels (gist): bier, brood en wijn

Slide 3 - Slide

Enzymen
Als een stof omgezet wordt naar een andere stof: reactie
Enzymen: Zorgen ervoor dat deze reacties sneller gaan

Slide 4 - Slide

Enzymactiviteit
Snelheid waarmee een enzym een stof omzet.

afhankelijk van:
Zuurgraad en temperatuur

optimumtemperatuur is de temperatuur waarbij het enzym het beste werkt.

Slide 5 - Slide

Voedsel conserveren

Slide 6 - Slide

Conserveermiddelen
Zuur, zout, suiker: natuurlijke conserveermiddelen

Kunstmatige conserveermiddelen: sulfiet in frisdranken

Additieven: kleur, geur en smaakstoffen om voedsel aantrekkelijker te maken

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen voedingsmiddel en voedingsstof

  • Je kunt de functies van alle voedingsstoffen benoemen

  • Je kunt uitleggen hoe je voedingsstoffen kunt aantonen

Slide 9 - Slide

Voedingsmiddel:   Alles wat je eet en drinkt

Voedingsstoffen: zitten in voedingsmiddelen

Slide 10 - Slide

Voedingsstoffen
6 groepen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen

Voedingsvezels kunnen niet worden verteerd, maar zijn wel belangrijk voor de stoelgang

Slide 11 - Slide

Eiwitten
Bouwstof
Cellen bestaan voor een groot deel uit eiwit
Enzymen zijn eiwitten
Geen reservestof

Slide 12 - Slide

Koolhydraten
Glucose, suiker en zetmeel
Plantaardige voeding
Brandstof, bouwstof en reservestof
Zetmeel en suiker worden omgezet tot glucose: verbranding
Deel wordt glycogeen (reservestof) of vet

Slide 13 - Slide

Vetten

Brandstof, bouwstof en reservestof

Onverzadigd (bouwstof van bijv. celmembranen) of verzadigd (brandstof maar al het teveel wordt opgeslagen)


Slide 14 - Slide

Water

Bouwstof
Het grootste deel van je lichaam is water
Ook voor vervoer in je lichaam (bloed, lymfe, cytoplasma)

Slide 15 - Slide

Mineralen
Zouten
Calcium, fluoride, ijzer, natrium, kalium etc.
Bouwstof en beschermende stof
Opbouw beenderen
Maken van hemoglobine
Weinig van nodig (keukenzout vaak zelfs te veel)

Slide 16 - Slide

Vitaminen
Beschermende stof
Zit meestal genoeg in je eten
Sommigen zijn schadelijk als je teveel binnen krijgt
A, B, C, D, E en K
Gevarieerd eten!!!

Slide 17 - Slide

Voedingsstof aantonen

Indicator

Slide 18 - Slide

Leerdoelen
Je weet wat gezonde voeding is (adviezen en schijf van vijf)

Je kunt uitleggen wat kilocalorie en grondstofwisseling inhoudt

Je kunt uitleggen wanneer je te dik of te dun kunt worden en wat voor risico's dit geeft

Slide 19 - Slide

Gezond eten
Variatie
Veilig voedsel: Is je voedsel besmet dan kun je een voedselvergiftiging oplopen

Slide 20 - Slide

Adviezen en schijf van vijf

Slide 21 - Slide

Grondstof
wisseling

de hoeveelheid energie die je verbruikt in rust.

Slide 22 - Slide

Energie
behoefte

Kilocalorie
(kcal)
of 
kiloJoules
(kJ)

Slide 23 - Slide

Wat is gezond?
Als je meer beweegt dan dat je eet: te dun
Als je meer eet dan je beweegt: te dik

Sommige mensen schatten zichzelf verkeerd in:
die kunnen een eetstoornis krijgen

Slide 24 - Slide

De organen voor vertering

Slide 25 - Slide

Speeksel en enzymen

Slide 26 - Slide

Oppervlaktevergroting

Slide 27 - Slide

Slikken

Slide 28 - Slide

De maag

Slide 29 - Slide

Organen

Slide 30 - Slide

Emulgeren

Slide 31 - Slide

Dunne darm vooral water toevoegen en kneden en voedingstoffen opnemen

Slide 32 - Slide

Blinde darm, dikke darm( water terug opnemen en indikken) endeldarm opslaan

Slide 33 - Slide

Basisstof 6: Planteneters, alleseters en vleeseters

Slide 34 - Slide

Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen kiezen en tanden

Je kunt de onderdelen van de tand benoemen

Je kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen planteneters, alleseters en vleeseters

Slide 35 - Slide

Onderdelen gebit

Slide 36 - Slide

Kiezen en tanden

Slide 37 - Slide

Planteneters, alleseters, vleeseters

Slide 38 - Slide

Tandplak

Slide 39 - Slide

Tandsteen en gaatjes

Slide 40 - Slide