spelling: samenstellingen met en zonder tussenletter
spelling: samenstellingen met en zonder tussenletter
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
spelling: samenstellingen met en zonder tussenletter
Slide 1 - Slide
kies het juiste woord
A
berensterk
B
beresterk
Slide 2 - Quiz
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord:
beresterk, boordevol
Slide 3 - Slide
A
brekenbeen
B
brekebeen
Slide 4 - Quiz
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord:
blindedarm, huilebalk, brekebeen
Slide 5 - Slide
A
gerstenbier
B
gerstebier
Slide 6 - Quiz
Het eerste deel heeft geen meervoud:
roggebrood, benzinelucht, gerstebier
Slide 7 - Slide
A
maneschijn
B
manenschijn
Slide 8 - Quiz
Het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is: zonnestraal
maneschijn
Slide 9 - Slide
A
secondenwijzer
B
secondewijzer
Slide 10 - Quiz
Het eerste deel van de samenstelling heeft een meervoud op -n (seconden) en -s (secondes)
Slide 11 - Slide
A
stationchef
B
stationschef
Slide 12 - Quiz
Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank. Vervang dan het tweede deel door een woord dat niet met een s-klank begint. Schrijf de -s- alleen als je hem bij de vervanging hoort: – machtsstrijd, want machtsvertoon; passagiersschip, want passagierslijst.
Maar: slotceremonie, want slotalinea.
Slide 13 - Slide
A
takkenwijf
B
takkewijf
Slide 14 - Quiz
takkewijf
Het is een zogenoemde 'versteende samenstelling': een samenstelling waarvan de betekenis niet zomaar af te leiden is uit de delen waaruit het woord bestaat of lijkt te bestaan. Versteende samenstellingen krijgen volgens de officiële regels geen tussen-n. Andere voorbeelden zijn bruidegom, schattebout en ukkepuk.
Slide 15 - Slide
e(n), e of s
Zo bepaal je of je een -s- moet toevoegen
Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook: – machtsvertoon, passagierslijst. Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank. Vervang dan het tweede deel door een woord dat niet met een s-klank begint. Schrijf de -s- alleen als je hem bij de vervanging hoort: – machtsstrijd, want machtsvertoon; passagiersschip, want passagierslijst. Maar: slotceremonie, want slotalinea.
Slide 16 - Slide
e(n), e of s
Zo bepaal je of je een -(e)n- moet toevoegen
Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je -en- tussen de woorden: berenkuil, vriendendienst.
Slide 17 - Slide
Schrijf geen -(e)n- (maar soms wel -e-) in deze gevallen:
Het eerste deel heeft geen meervoud.
Het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is.
Het eerste deel heeft (ook) een meervoud op -s.
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord.
Kijk bij twijfel in een (online)woordenboek.
Slide 18 - Slide
Sommige woorden zijn versteende samenstellingen. Deze krijgen volgens de regels geen tussen -n.
Slide 19 - Slide
maken H4, spelling opdr 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 9 online NN