VzVee - herhalingsles statussen - maagdarmwormen

VzVee - herhalingsles statussen - maagdarmwormen
1 / 46
next
Slide 1: Slide
MelkveehouderijMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

VzVee - herhalingsles statussen - maagdarmwormen

Slide 1 - Slide

Waar staat IBR voor?
A
Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis
B
Intra Bovine Rhino
C
Intra Bovine Racing
D
Intra Borstvoeding Roedel

Slide 2 - Quiz

Welke verschijnselen zie je bij IBR
A
Warme oren
B
De koe krijgt vliegles
C
Neusuitvloeiing en koorts
D
De koe is ongesteld.

Slide 3 - Quiz

Hoe lang heeft een koe antistoffen na een IBR infectie?
A
6 maanden
B
5 maanden
C
34 maanden
D
levenslang

Slide 4 - Quiz

Hoe heet 1 van de vaccins die je kunt gebruiken om koeien te vaccineren tegen IBR?
A
Bovillis IBR
B
Dovatrim IBR
C
Oxytocine IBR
D
Snijmais

Slide 5 - Quiz

Kan je vaccineren tegen BVD?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Hoe lang houden koeien antistoffen na een infectie met BVD?
A
1 jaar
B
5 jaar
C
10 jaar
D
hele leven

Slide 7 - Quiz

Waar staan de letters BVD voor?
A
Bovine virale diarree
B
Bovine vagale diarree
C
Borussia Dortmund
D
Boer vindt dochter

Slide 8 - Quiz

Paratuberculose: Wat is geen verschijnsel bij deze ziekte?
A
Sterfte
B
Onrust
C
Minder melkgift
D
Aanhoudende diarree

Slide 9 - Quiz

Hoe lang kan de paratuberculose bacterie overleven buiten de koe?
A
Niet
B
1 week
C
1 maand
D
1 jaar

Slide 10 - Quiz

Paratuberculose: Hoe ontstaat een drager?
A
Er ontstaan geen dragers
B
Iedere koe die paratbc tegen komt wordt drager
C
Vooral jonge kalveren worden drager als ze paratuberculose tegen komen

Slide 11 - Quiz

Wat is geen maatregel om paratuberculose te voorkomen?
A
Koeien niet voeren
B
biest van eigen moeder
C
geen geiten bij het jongvee

Slide 12 - Quiz

Wat is salmonella?
A
Virus
B
Bacterie
C
Parasiet
D
Schimmel

Slide 13 - Quiz

Kan een mens ziek worden van een koe met salmonella?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Kan een koe twee keer salmonella krijgen?
A
Ja, als zij de eerste keer geen drager is geworden
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Bij welke bacterieziekte zien we vaak hoge koorts (41 graden) in het acute geval?
A
Leptospirose
B
Paratuberculose
C
Salmonella

Slide 16 - Quiz

Wat voor ziekte is paratuberculose?
A
Een ongeneeslijke mastitis
B
Een ongeneeslijke darmontsteking
C
Een ongeneeslijke longontsteking
D
Een acute darmontsteking

Slide 17 - Quiz

Voor welke bacterieziekte heeft een bedrijf status n1, n2 of n3?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 18 - Quiz

Tegen welke van onderstaande ziekten mag je vaccineren bij koeien?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Pararuberculose
D
IBR

Slide 19 - Quiz

Wat zegt het als een veehouder status C heeft voor paratuberculose?
A
Dan zijn er geen besmette dieren op het bedrijf
B
Dan waren er besmette dieren, maar tijdig afgevoerd
C
Dan zijn er besmette dieren aanwezig die niet zijn afgevoerd
D
Deze status bestaat niet

Slide 20 - Quiz

Welke ziekte wordt overdragen via besmette urine?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 21 - Quiz

Bij welke ziekte kan een koe ook genezen ipv een drager worden?
A
Salmonella
B
IBR
C
Paratuberculose

Slide 22 - Quiz

Hoeveel gram besmette mest kan een salmonella infectie veroorzaken?
A
1 gram
B
10 gram
C
100 gram
D
1000 gram

Slide 23 - Quiz

Welke bacterie overleeft in de nieren van koeien?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 24 - Quiz

Welke diergroep is het allermeest gevoelig voor het oplopen van een besmetting met salmonella?
A
kalveren in de eerste twee weken
B
kalveren tussen 2 weken en drie maanden
C
kalveren tot een jaar
D
Kalveren ouder dan een jaar

Slide 25 - Quiz

Als je op zoek bent naar dragers van salmonella, met hoeveel tussentijd moet je dan individueel melk/bloed onderzoek doen?
A
minimaal een maand er tussen
B
minimaal 6 maanden er tussen
C
minimaal 12 maanden er tussen
D
minimaal 2 jaar er tussen

Slide 26 - Quiz

Welke van de onderstaande bacterieziekte geeft over het algemeen geen abortus?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 27 - Quiz

Welke bacterieziekte heeft over het algemeen de langste incubatietijd ?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 28 - Quiz

Hoe wordt de ziekte genoemd die veehouders kunnen krijgen van koeien die leptospirose hebben?
A
Q-koorts
B
Ziekte van Crohn
C
Ziekte van Lyme
D
Melkerskoorts

Slide 29 - Quiz

Indien jij als veehouder status A hebt voor paratuberculose, hoe vaak wordt er dan individueel melkonderzoek gedaan voor paratuberculose?
A
eens per jaar
B
eens per twee jaar
C
helemaal niet

Slide 30 - Quiz

Indien er IBR op het bedrijf voorkomt, hoe voorkom je dan dat jonge dieren positief worden op IBR?
A
Door groepen te scheiden (IBR positieve groep en negatieve groep)
B
Door goed te ventileren in de stal
C
Door te vaccineren tegen IBR 2x per jaar vanaf 3 maand

Slide 31 - Quiz

Welk van de onderstaande verschijnselen zie je bij een acute IBR infectie?
A
Baarmoederontsteking
B
Gewrichtsontsteking
C
Vieze neusuitvloeiing
D
Uierontsteking

Slide 32 - Quiz

Hoe kun je het snelst uitvinden of een koe klinisch/acuut IBR heeft?
A
Melk onderzoek
B
Mest onderzoek
C
neusswab nemen
D
Bloedtappen

Slide 33 - Quiz

Hoe komt het dat je wat vage verschijnselen ziet bij koeien die een BVD infectie doormaken?
A
BVD gaat naar de hersenen
B
BVD pakt de witte bloedcellen aan waardoor die minder goed werken
C
BVD verspreid zich via de longen

Slide 34 - Quiz

Leg uitgebreid in eigen woorden uit hoe kalveren drager worden van BVD.

Slide 35 - Open question

Aan de slag
Groepjes van 2

5 onderwerpen: 
- Maagdarmwormen
- Longworm
- Leverbot
- Coccidiose
- Neospora
Maak een presentatie

Slide 36 - Slide

In de presentatie
  • Wat is het voor een parasiet, hoe heet hij volledig
  • Levenscyclus uitleggen
  • Welke diergroep wordt er ziek door? Hoe nemen ze deze parasiet op? 
  • Welke verschijnselen veroorzaakt de parasiet? 
  • Welke maatregelen kun je nemen om besmetting te voorkomen? 
  • Hoe behandel je aangetaste dieren (Welk middel, dosering, manier van toedienen, wachttijd, wanneer behandelen)

30 minuten de tijd! Daarna aan elkaar presenteren. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide