Lezen H4 3BZ

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom 3BZ!

Goedemorgen 

Wat gaan we dit uur doen?

-Toets bespreken             10 min

-Wat weet je nog over tekstverbanden H3?       10 min

-nieuwe signaalwoorden 10 min

-Aan de slag                     10 min

Wat is het lesdoel?

Na deze les herken ik signaalwoorden die een voorbeeld en een oorzaak-gevolg aangeven.

maandag 18 maart

2 april: toets 

LEZEN H3 en LEZEN H4

Wat weet je nog over tekstverbanden?

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Eerder leerde je de tekstverbanden:

- opsomming

- tegenstelling

In deze les leer je de tekstverbanden:

- voorbeeld

en

- oorzaak - gevolg

Noem twee signaalwoorden van een opsommend verband.

Noem twee signaalwoorden van een tegenstellend verband.

tekstverband         signaalwoorden

opsommend (H3)	ten eerste, ook, verder, en, bovendien
tegenstellend (H3)	maar, toch, daarentegen
voorbeeld (H4)	bijvoorbeeld, zoals, zo
oorzaak-gevolg (H4)	daardoor, doordat, waardoor

Filmpje met uitleg (3 min)

Welk tekstverband herken je?

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

1. voorbeeld
2. oorzaak-gevolg

Welk tekstverband herken je?
Veel bruggen staan open door het warme weer. Neem nu de brug bij Amsterdam: die opent wel dertien keer per dag!

1. voorbeeld
2. oorzaak-gevolg

Ten tweede ga ik naar de stad.
Welk tekstverband?

1. voorbeeld
2. opsommend
3. tegenstellend
4. oorzaak-gevolg

Ik hou van fruit, zoals: aardbeien en mango's.
Welk tekstverband?

1. voorbeeld
2. opsommend
3. tegenstellend
4. oorzaak-gevolg

Verder hou ik van bananen.
Welk tekstverband?

1. voorbeeld
2. opsommend
3. tegenstellend
4. oorzaak-gevolg

Ik hou van fruit, maar niet van kiwi's.

1. voorbeeld
2. opsommend
3. tegenstellend
4. oorzaak-gevolg

Het regent, waardoor ik kletsnat op school kwam.
Welk tekstverband?

1. voorbeeld
2. opsommend
3. tegenstellend
4. oorzaak-gevolg

Maak de opdrachten 1 en 2 van lezen hoofdstuk 4. 

Aan de slag!

Aan de slag?

Aan de slag.

Aan de slag

Blz. 120 en 121

Goedemorgen 3BZ

Wat gaan we dit uur doen?

-opdr 1 en 2 nakijken         10 min

-klassikale opdr.                 10 min

-zelfstandige opdr.             15 min

Wat is het lesdoel?

Na deze les herken ik signaalwoorden die een voorbeeld en een oorzaak-gevolg aangeven.

dinsdag 19 maart

2 april: toets 

LEZEN H3 en LEZEN H4

 Nakijken: opdrachten 1 en 2 

Aan de slag!

Aan de slag?

Aan de slag.

Nakijken

Blz. 120 en 121

oorzaak- gevolg

Klassikaal: opdracht 5 blz. 122

Ga naar blz. 124

Wat weet jij over dit plaatje?

Aan de slag

Lezen:  tekst 6 blz. 124, 125

Maken: opdracht 4 blz. 123, 124

Welkom 3BZ

Wat gaan we dit uur doen?

-opdr 4 nakijken met puntentelling                      15 min

                

-Pizza Maffia verder kijken

Wat is het lesdoel?

Na deze les herken ik signaalwoorden die een voorbeeld en een oorzaak-gevolg aangeven.

vrijdag 22 maart

2 april: toets 

LEZEN H3 en LEZEN H4

Nakijken

 opdracht 4 blz. 123, 124

We kijken na met puntentelling (max. 13 punten)

Welkom 3BZ

Wat gaan we dit uur doen?

korte herhaling met 7                quizvragen                          10 min

De laatste 2 opdrachten uit het hoofdstuk  maken            20 min

Zelf nakijken                       10 min                     

                

Wat is het lesdoel?

Na deze les herken ik signaalwoorden die een voorbeeld en een oorzaak-gevolg aangeven.

maandag 25 maart

2 april: toets 

LEZEN H3 en LEZEN H4

tekstverband         signaalwoorden

opsommend (H3)	ten eerste, ook, verder, en, bovendien
tegenstellend (H3)	maar, toch, daarentegen
voorbeeld (H4)	bijvoorbeeld, zoals, zo
oorzaak-gevolg (H4)	daardoor, doordat, waardoor

1. Welk tekstverband?
Doordat ik had gespaard, kon ik een weekendje weg.

1. voorbeeld
2. oorzaak-gevolg
3. opsomming
4. tegenstelling

2. Welk tekstverband?
De dieren waren rustig, maar ze hoorden ieder geluid.

1. opsomming
2. voorbeeld
3. tegenstelling
4. oorzaak-gevolg

3. Welk tekstverband?
Het wordt warmer. Zo wordt het volgend weekend 18 graden.

1. voorbeeld
2. oorzaak-gevolg
3. tegenstelling
4. opsomming

4. Mijn broer is super aardig, mijn zusje daarentegen heeft nooit geduld.

1. opsomming
2. oorzaak-gevolg
3. voorbeeld
4. tegenstelling

5. Welk signaalwoord?
De trein had vertraging, waardoor ik te laat aankwam

1. opsomming
2. voorbeeld
3. oorzaak-gevolg
4. tegenstelling

6. Veel meisjesnamen beginnen met een M, zoals Maria.

1. opsomming
2. oorzaak-gevolg
3. tegenstelling
4. voorbeeld

7. Welk tekstverband?
Het had gesneeuwd, toch ging ik op de fiets.

1. opsomming
2. voorbeeld
3. tegenstelling
4. oorzaak-gevolg

Aan de slag

opdracht 5 blz. 125, 126

opdracht 6 blz. 127

Klaar? 

Vraag een nakijkblad en kijk zelf de vragen na.