What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
6 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vandaag
Herhaling P1 en P2
Informele en formele sector
Volgende les
: sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid
Slide 2 - Slide
Leerdoelen P4.3
Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid.
Je kent het verschil tussen de formele- en informele sector
Je begrijpt hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van rijkdom van een gebied
Je kunt egegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.
Slide 3 - Slide
Wanneer je kijkt naar de rijkdom van een land op basis van wat er verdiend wordt, kijk je naar:
A
A Welvaart
B
B Welzijn
Slide 4 - Quiz
Herhalen: Hans voelt zich goed, hij is gezond, kan naar school en heeft elke dag voldoende te eten: dit gaat over:
A
A Welvaart
B
B Welzijn
Slide 5 - Quiz
Wat is het BNP/hoofd?
Schrijf de afkorting voluit en leg uit wat het is.
Slide 6 - Open question
Je kunt de wereld indelen in drie groepen. Sleep de landen naar de juiste groepen. Bij elke groep komen twee landen te staan.
Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Landen:
Brazilië, Rusland, India, China
Veel Afrikaanse landen
Japan, VS, Spanje
Slide 7 - Drag question
We hebben het gehad over beroepssectoren: al het werk dan mensen doen kun je in drie groepen indelen. Welke drie groepen ken je?
Slide 8 - Open question
Bereken het BNP/per hoofd: Agnietenland heeft een bnp van $456.000.000.000. In dit land wonen 19.4 miljoen mensen. Wat is het BNP/ hoofd?
Slide 9 - Open question
Kort herhalen
1. Landbouw: boerenbedrijven
2. Industrie: fabriekswerk
3. Diensten: dienstverlening, wanneer je iemand een dienst levert. Onderwijs, zorg, chauffeurs, winkelpersoneel.
Slide 10 - Slide
Werken in een arm land.
Je ziet zo een aantal foto's van mensen die werken in een arm land.
Wat valt je op? Kijk maar eens goed.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Noem minimaal 2 dingen die je zijn opgevallen.
Slide 13 - Mind map
Informele sector
In veel arme landen werken mensen in de informele sector:
Hun werk is niet geregistreerd: niet officieel
Hun inkomsten wisselen van dag tot dag
Bij ziekte krijgen ze geen uitkering (geld van de overheid)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Formele sector
Hiermee bedoelen we alle geregistreerde banen.
Mensen hebben een vast inkomen
Ze betalen belasting en krijgen elke maand hetzelfde loon.
We kijk een stukje verder van het filmpje. Noteer tijdens het kijken een aantal formele en informele banen.
Slide 16 - Slide
0
Slide 17 - Video
Noem minimaal 2 banen in de informele sector.
Slide 18 - Mind map
In Nederland werkt bijna iedereen in de formele sector. Noem twee banen in de formele sector.
Slide 19 - Mind map
Noem een kenmerk van werken in de informele sector.
Slide 20 - Mind map
Noem een kenmerk van werken in de formele sector.
Slide 21 - Mind map
Vier foto's: welke sector?
Pak een pen of potlood of word op je laptop
Je ziet vier foto's
Je krijgt 45 seconden
Schrijf op per foto of deze in de formele of informele sector is gemaakt.
Na de foto's krijg je een meerkeuze vraag en kies je het juiste antwoord.
Slide 22 - Slide
timer
0:45
Slide 23 - Slide
Wat is het juiste antwoord?
A. 1 Informeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 formeel
B. 1 formeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 informeel
C. 1 formeel, 2 formeel, informeel, 4 formeel
Slide 24 - Open question
Wat is het juiste antwoord?
A
A. 1 Informeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 formeel
B
B. 1 formeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 informeel
C
C. 1 formeel, 2 formeel, informeel, 4 formeel
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Video
Sociale ongelijkheid
Grote verschillen in arm en rijk tussen groepen mensen.
Argentinië als voorbeeld:
Rijke mensen rijken in grote auto's
Arme mensen wonen in krottenwijken,
Arme mensen werken vaak in de informele
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Ongelijkheid in Kenia
Kenia is een land in Afrika
De sociale en regionale ongelijkheid is hier groot.
Deze uitspraak gaat over regionale ongelijkheid.
Regionale ongelijkheid gaat over verschillen in welvaart en welzijn tussen 2 gebieden.
Kijk maar eens mee.
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Werkt Jane in de formele of informele sector? Waarom denk je dat?
Slide 31 - Open question
Opdrachten maken
- Maak online de opdrachten van paragraaf 4.3
Slide 32 - Slide
More lessons like this
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2022
- Lesson with
30 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
April 2022
- Lesson with
30 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2022
- Lesson with
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2022
- Lesson with
22 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
March 2022
- Lesson with
25 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.2+4.3 AK klas 1
May 2023
- Lesson with
21 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2024
- Lesson with
16 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
March 2023
- Lesson with
31 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1