maandag 13 juni 2022 hw nakijken en oefenen

klasopstelling!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

klasopstelling!

Slide 1 - Slide

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je boek en etui klaar




 

Slide 2 - Slide

planning voor vandaag:

- Hoofdstuk 6 blz. 162 verleden tijd bij sterke werkwoorden
 nakijken huiswerk






Slide 3 - Slide

herhaling: lastige werkwoorden
leg uit: 
wat zijn zwakke werkwoorden?
wat zijn sterke werkwoorden?
timer
2:00

Slide 4 - Slide

huiswerk nakijken

Slide 5 - Slide

opdracht 1, blz. 162

Slide 6 - Slide

opdracht 2, blz. 162

Slide 7 - Slide

opdracht 3, blz. 163

Slide 8 - Slide

opdracht 4, blz. 163

Slide 9 - Slide

opdracht 5, blz. 163

Slide 10 - Slide

kennisquiz!
-

Slide 11 - Slide

Oefenen - Grammatica - zinsontleding

Slide 12 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 13 - Open question

Hoe vind je de persoonsvorm? (3 manieren)

Slide 14 - Open question

Benoem de persoonsvorm in de zin:
Ik neem de bus naar het station.

Slide 15 - Open question

Wat is een werkwoordelijk gezegde?

Slide 16 - Open question

Wat is de ond in de zin: Rianne heeft heerlijk gegeten.

Slide 17 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
Op sportdag heb ik de eerste prijs gewonnen.

Slide 18 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Elke dag fiets ik naar school

Slide 19 - Open question

Schrijf het voltooid deelwoord van de volgende zin:
Ik heb boodschappen (doen)

Slide 20 - Open question

Schrijf het voltooid deelwoord van de volgende zin:
Ik ben naar school (lopen)

Slide 21 - Open question

zet de juiste streepjes bij de zindelen
A
Ik zie/ een man/ lopen op straat
B
ik zie een man/lopen/op/straat
C
ik/zie/een man/lopen/op straat
D
ik/zie/ een man lopen/op/straat

Slide 22 - Quiz

Schrijf het voltooid deelwoord van de volgende zin:
Ik weet niet wat er (gebeuren) is

Slide 23 - Open question

De politieagent geeft een bekeuring aan de man. Wat is het lijdend voorwerp?
A
aan de man
B
de politieagent
C
een bekeuring
D
geeft

Slide 24 - Quiz

Julie hebben hard gewerkt.

Wat is het wwg?

Slide 25 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin:
De man geeft de hond zijn voer.

Slide 26 - Open question

De sportleraar geeft zijn leerlingen extra les.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 27 - Open question

De sportleraar geeft zijn leerlingen extra les.

Wat is het onderwerp?

Slide 28 - Open question

De sportleraar geeft zijn leerlingen extra les.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 29 - Open question

De sportleraar geeft zijn leerlingen extra les.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 30 - Open question

Tom heeft voor zijn oma een heerlijk gebakje meegenomen gisteren.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 31 - Open question

Benoem meewerkend vw in de zin
De docent geeft ons veel huiswerk!
A
ons
B
de docent
C
geef
D
veel huiswerk

Slide 32 - Quiz

Tom heeft voor zijn oma een heerlijk gebakje meegenomen gisteren.
Wat is het onderwerp?

Slide 33 - Open question

Tom heeft voor zijn oma een heerlijk gebakje meegenomen gisteren.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 34 - Open question

Voor me stond een enorme rij mensen te wachten.

Wat is het onderwerp?

Slide 35 - Open question

wat hebben wij gedaan?
- herhaling voltooid deelwoord
- bijvoeglijk naamwoord

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link